Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zobten

betekenis & definitie

Zobten is de naam van een gebergte in het Pruissische district Breslau, verrijst uit de vlakte tusschen de Weistritz en de Lohe en is in het zuiden gescheiden van het Eulengebergte door een breed dal, waarin de Peile stroomt en de spoorweg van Liegnitz naar Neisze gelegen is. De eigenlijke Zobtenberg 15 Ned. mijl ten oosten van Schweidnitz, is 728 Ned. el hoog, kegelvormig en digt met bosch begroeid. Hij daalt aan drie zijden af in de vlakte, heeft twee toppen en verschaft een ruim uitzigt op de geheele keten der Sudeten. De naam wordt afgeleid van het Slawisch Goro Sobotka (Heilige Berg).

In de 11de eeuw verhief zich op den hoogsten top een burgt, die in 1108 ingerigt werd tot een klooster voor Augustijner monniken. Toen deze wegens het gure klimaat naar elders trokken, veranderde hun verblijf in een rooversburgt, maar werd in 1471 verwoest. In 1702 bouwde men op die plek eene kapél, waarin telken jare op den dag van Maria Boodschap de mis gelezen werd. De Zobten is van alle kanten door grootere en kleinere berggevaarten omringd, die door dalen van hem gescheiden zijn; zij zijn ten noorden het laagst en het hoogst in het zuidoosten, waar de Geiersberge zich ter hoogte van 679 Ned. el verheft. Eene vrij lange bergketen strekt zich van laatstgenoemden westwaarts uit en eindigt in de Költensche Bergen (420 Ned. el). Ten oosten van den Zobten heeft men ook een aantal bergtoppen. De basis van den Zobten en van dit geheele gebergte is fijnkorrelig graniet en hier en daar gneis, en daarop verrijzen in den eigenlijken Zobtenberg serpentijn en groensteen.

< >