Zeboe (Bos indicus, zie bijgaande afbeelding) is de naam van eene rundersoort uit het zuiden van Azië en het noorden van Afrika. Men heeft er van allerlei grootte, van die van een Javaansch paardje tot die van de zwaarste Europésche ossen. De zeboe is gewoonlijk grijs of aschgraauw van kleur en wat lichter aan den buik en de pooten. De meesten hebben kleine horens, doch men heeft ook een ras zonder horen en zelfs een met slappe horens.
Het onderscheidt zich van andere runderen, bepaaldelijk van den buffel (zie de figuur), door een vetbult tusschen de schouders. Tamme zeboe’s dienen tot het dragen van pakken en tot het trekken van wagens en worden zelfs bereden. In Hindostan behooren zij meestal tot de heilige dieren, welke niet gedood mogen worden. De laatste radja’s van Dinapoor hadden meer dan 2000 van deze dieren, die de meest mogelijke vrijheid genoten en hierdoor dat land bijna onbewoonbaar maakten. Eindelijk heeft het Engelsche gouvernement gezorgd, dat nagenoeg al deze zeboe’s werden verkocht.