Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wittig

betekenis & definitie

August Wittig, een uitstekend beeldhouwer, geboren te Meiszen den 22sten Maart 1826, vertrok in 1843 naar Dresden, waar hij de Académie bezocht en een leerling van Rietschel werd. Zijne groep: „Siegfrieds afscheid van Chriemhild” bezorgde hem in 1848 het groote Saksische reisstipendium, waarna hij zich eerst naar München, toen naar Florence en vervolgens naar Rome begaf. Hier ontstonden de groep: „Charitas” en de reliéfs: „Ganymedes, den adelaar van Zeus te drinken gevend” en „Hebe, de paauwen van Here voederend”, beide voor eene eetzaal bestemd, — alsmede „Lorelei”, — een „Jager”, — en het reliéf: „De graflegging van Christus”.

Sedert 1864 is hij als hoogleeraar in de beeldhouwkunst werkzaam aan de académie te Düsseldorf. In 1865 werd hem opgedragen, voor het nationaal muséum te Berlijn de reeds te Rome ontworpene groep: „Hagar en lsmaël” in marmer te beitelen. Hij voltooide dit voortreffelijk kunstgewrocht in 1871 en zag zich tot eerelid benoemd van de Académie te Carrara. Daarenboven vervaardigde hij de groote borstbeelden van Wilhelm von Schadow (1869 voor het Schadowplein te Düsseldorf), van Cornelius (1875 voor het nationaal muséum te Berlijn) en onderscheidene andere borstbeelden in wit marmer. De vervaardiging eener „Pieta” voor den burgt Rheineck werd vertraagd door die van een standbeeld van Carstens voor het zuilenportaal van het oude muséum te Berlijn. Zijne kunstgewrochten onderscheiden zich door edele, klassieke vormen en door eene ongemeene technische volkomenheid.

< >