Winterhalter (Franz Xaver), een verdienstelijk steengraveur en schilder, geboren in 1803 te Mengenschwand bijSt. Blasien in het Schwarzwald, ontving zijne opleiding te München, bepaalde zich vervolgens onder de leiding van Stieler tot het portretschilderen en legde zich tevens toe op de lithographie. Nadat hij in 1828 naar Karlsruhe was verhuisd en uitmuntende portretten geleverd had van groothertog Leopold en diens gemalin Sophie, zag hij zich tot Hofraad benoemd en in staat gesteld, om zich op reizen in Italië, België, Engeland en Spanje verder te ontwikkelen. Daarop begaf hij zich naar Parijs.
Hier leverde hij eene reeks van uitmuntende genrestukken, tintelend van zuidelijken gloed, zooals: „Het meisje van Ariccia”, — „Het Dolce far niente”, — „Eene visschersfamilie in de middagzon”, — „De Decamerone”, enz. Later wijdde hij zich nagenoeg uitsluitend aan het portretschilderen en hij kon de schilder der Vorsten genoemd worden, vooral nadat hij de beeldtenissen van Lodewijk Philips, koning van Frankrijk, en diens gemalin Amalia vervaardigd had. In Engeland schilderde hij het Koninklijk gezin als eene groep op het terras te Windsor. Ook genoot hij de gunst van Napoleon I, en hij behaalde grooten roem met het stuk, waarop de Keizerin werd voorgesteld in den kring van hare Hofdames. Voorts portretteerde hij onderscheidene leden van het Keizerlijk Huis te Weenen, den Koning van België, koning Wilhelm van Pruissen en zijne gemalin, den Keizer en de Keizerin van Mexico enz. hij overleed te Frankfort aan de Main den 8sten Julij 1873.