Wiebe. Onder dezen naam vermelden wij:
Friedrich Eduard Salomon Wiebe, een verdienstelijk architect, geboren den 12den October 1804 te Stall in den Kleinen Marienburger Werder. Hij wijdde zich aan de studie der bouwkunst, bezocht de académie voor Schoone Bouwkunst te Berlijn, oefende zich tevens aan de universiteit in de wis- en natuurkunde, zag zich geplaatst bij den vestingbouw te Munster, trad er in dienst van het stedelijk bestuur en zette in 1831 zijne studiën voort te Berlijn, terwijl hij door privaatlessen enz. in zijn onderhoud voorzag. Reeds vroeger had hij een ontwerp in gereedheid gebragt tot het bouwen eener suikerfabriek te Staszfurt en volbragt nu reizen in België, Frankrijk en Engeland, om de suikerindustrie en den aanleg van spoorwegen gade te slaan. Na zijn terugkeer bestuurde hij dien van den spoorweg van Düsseldorf naar Elberfeld, trad daarop in dienst bij David Hansemann, reisde met dezen in Engeland en onderzocht op last der regéring het terrein voor den spoorweg van Berlijn over Dantzig en Königsberg naar de Russische grenzen. In 1843 werd hij „Bauinspector” in de afdeeling spoorwegen van het departement van Financiën en zag zich belast met het ontwerp voor den Oosterspoorweg en met den aanleg van dezen te Elbing. In 1846 vertrok hij als regérings- en bouwraad naar Keulen, in 1848 als commissaris van spoorwegen naar Erfurt en in 1849 als technisch lid der directie van den Oosterspoorweg naar Bromberg.
In 1853 werd hij voorzitter van deze directie. Sedert 1856 zorgde hij gedurende een driejarig verlof voor den aanleg van een spoorweg van Stargard naar Köslin en Kolberg, en in 1859 werd hij raad in het ministérie van Koophandel. In deze betrekking deed hij het voorstel tot reiniging en drooglegging van Berlijn, volbragt met Hobrecht en Veitmeyer eene wetenschappelijke reis naar de groote steden van Europa en gaf verslag van zijne bevindingen in het boek: „Ueber die Reinigung und Entwässerung der Stadt Berlin (1861)”. In 1863 bewerkte hij met Veitmeyer een dergelijk plan voor Dantzig en met Lindley een ontwerp van kanalisatie ten behoeve van Frankfort aan de Main, — voorts met laatstgenoemde en Bürkli-Ziegler in 1872 een plan tot drooglegging van Basel. In 1866 leverde hij het ontwerp voor een spoorweg van Berlijn naar Lehrte. Hoewel hij in 1875 pensioen ontving, bleef hij nog werken aan kanalisatieplannen voor Breslau, Triëst en Königsberg.
Friedrich Karl Hermann Wiebe, een bekwaam ingenieur, geboren den 27sten October 1818 te Thora. Hij studeerde van 1839—1842 aan het Koninklijk Instituut voor nijverheid te Berlijn, werd aldaar en aan de Académie voor Bouwkunst eerst leeraar, daarna hoogleeraar in den machinenbouw en in 1877 directeur van laatstgenoemde hoogeschool. Hij ontwierp de plannen voor de voornaamste vijf vestingen van Pruissen enz. Behalve talrijke opstellen in tijdschriften schreef hij: „Archiv für den praktischen Mühlenbau (1843— 1847, 2 dln)”, — „Lehre von den einfachen Machinentheile (1854—1860, 2 dln)”, — „Die Machinenbaumaterialien und deren Bearbeitung (1858, 2 dln)”, — „Die Mahlmühlen (1861)”, — en „Theorie der Turbinen (1868)”. Ook levert hij jaarlijks het „Skizzenbuch für den Ingenieur und Machinenbauer”.