Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Waldorp

betekenis & definitie

Waldorp (Anthonie), een verdienstelijk Nederlandsch schilder, geboren den 22sten Maart 1803 op het huis ten Bosch bij ’s Gravenhage, genoot eene gebrekkige opleiding in de kunst bij Breckenheimer, dien hij in het schilderen van tooneeldecoratiën behulpzaam was. Intusschen zette hij met ijver zijne oefeningen voort en slaagde hierin zoo goed, dat hij weldra onder de beste kunstenaars van dat tijdperk gerangschikt werd. Vooral zijne kerk- en stadgezigten verwierven grooten bijval op tentoonstellingen en eene plaats in de belangrijkste verzamelingen des lands. In 1830 werd hij lid van de Koninklijke Académie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, en op meer dan ééne binnenlandsche tentoonstelling ontving hij het eeregoud, — desgelijks op het Rubensfeest te Antwerpen in 1840, op de Brusselsche tentoonstelling van 1842 enz.

Voorts zag hij zich benoemd in 1845 tot lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut en tot ridder der Belgische Leopolds orde, in 1847 tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw en in 1849 tot ridder der Orde van de Eikenkroon. In 1849 volbragt hij met zijn vriend Nuijen eene kunstreis door Frankrijk, België en Duitschland. Te midden van den opkomenden en schier alles wegslependen stroom der romantiek bewaarde Waldorp zijne zelfstandigheid; zijne riviergezigten, stille en woelende waters onderscheiden zich door oorspronkelijkheid van opvatting, breedheid van behandeling en waarheid van coloriet, terwijl hij inzonderheid het effect van lucht en licht op eene prachtige wijze wist weêr te geven. Zijne beste stukken vindt men in het Paviljoen bij Haarlem, in het muséum van Teyler aldaar, in het muséum Fodor te Amsterdam en en in de collectie van Steengracht van Oosterland te ’s Gravenhage. Hij woonde in laatstgenoemde stad tot 1858 en vestigde zich toen te Amsterdam, waar hij den 13den October 1866 overleed.

< >