Vitriool is de naam van eene natuurlijke, isodimorphe groep van mineralen met rhombische en monoclinische kristallen, zamengesteld is volgens de algemeene formule RSO4 + 7H2O. Tot de rhombische soorten behooren: bitterzout, zinkvitriool, niekelvitriool en taurisciet, welk laatste eene rhombische wijziging is van ijzervitriool, hetwelk, evenals het kobaltvitriool, pisaniet, cupromagnesiet en welligt uraniumvitriool, monoclinisch kristalliseert. In ruimeren zin rekent men tot de vitrioolsoorten ook het slechts 5 moleculen water bevattend kopervitriool en het watervrij loodvitriool. Zij zijn ontstaan door den invloed des dampkrings op zwavelmetalen, en worden vooral gevonden in den Rammelsberg bij Goslar.
Doorgaans geeft men den naam van vitriool aan het zwavelzuur zout van een metaal, en men heeft alzoo bijv.: ijzervitriool (groen vitriool) of zwavelzuur ijzer, — kopervitriool (blaauw vitriool) of zwavelzuur koper, — zinkvitriool (wit vitriool) of zwavelzuur zink, enz. Vitriool-olie is rookend zwavelzuur.