Vereeniging en Vergadering (Het regt van) is de bevoegdheid der staatsburgers om zich tot gemeenschappelijke (zedelijke en wettige) bedoelingen te vereenigen en alzoo vergaderingen te houden. Het behoort tot de regten, welke uit de persoonlijke vrijheid voortvloeijen. Niettemin zocht de wetgeving vóór het jaar 1848 inzonderheid in Duitschland alle staatkundige vereenigingen te verbieden en het houden van volksvergaderingen afhankelijk te maken van de goedkeuring der regéring.
Op het voorbeeld van Frankrijk echter heeft men na 1848 ook daar een anderen weg ingeslagen, hoewel dat regt zelfs nu nog in de verschillende Duitsche Staten aan velerlei beperkende bepalingen onderworpen is. Ook in ons Vaderland is dat regt in art. 10 der Grondwet erkend en nader bij eene organieke wet van 22 April 1875 (Stbl. N°. 32) geregeld.