Veit (Philipp), een uitstekend schilder, geboren te Berlijn den 13den Februarij 1793, bragt zijne jeugd gedeeltelijk door te Parijs ten huize van zijn stiefvader Friedrich von Schlegel en werd daarop een leerling van Matthäi te Dresden. Nadat hij deelgenomen had aan den vrijheidsoorlog, vertrok hij in 1825 naar Rome, waar hij zich bij de Romantische school voegde. Met Cornelius, Schadow en Overbeck schilderde hij de geschiedenis van Jozef in fresco in de Casa Bartholdy, — voorts in de Villa Massimi tafereelen uit de „Divina Commedia” van Dante, — in de kerk van Trinita da Monti een altaarstuk, Maria voorstellend als Hemelkoningin, — en „De zegepraal der godsdienst” in het Vaticaan. In 1830 werd hij directeur van het Städel’sche Instituut te Frankfort en schilderde een „Heilige George” voor de kerk te Bensheim, „Simeon in den Tempel”, „De beide Maria’s bij het graf van Jezus” en een groot frescoschilderij in genoemd Instituut, „De invoering van het Christendom en van de Kunst in Duitschland” voorstellende, alsmede de beide beelden: „Italia” en „Germania”.
Later bepaalde hij zich bij de studie der antieken en leverde voor meergemeld Instituut: „De werkplaats der oudste Helleensche beeldhouwers” en „Het schild van Achilles”, — wijders voor de „Römersaal” de portretten van Karel de Groote, Otto IV en Frederik II. In 1846 verplaatste hij zijn atelier naar Sachsenhausen en schilderde er voor den dom te Frankfort het altaarstuk: „De hemelvaart van Maria”, en voor den Koning van Pruissen: „De beide Maria’s bij het graf van Jezus”, — „De barmhartige Samaritaan”, —en „De Egyptische duisternis”. In 1847 leverde hij eene groote teekening voor eene fresco-schilderij in den Dom te Berlijn, — en eene reeks van schilderstukken voor den Dom te Mainz. Hij overleed den 18den December 1877 te Mainz als directeur van het muséum van schilderijen aldaar. Als een geloovig R. Katholiek behandelde hij godsdienstige onderwerpen met eene ongemeene diepte van gevoel. — Ook zijn broeder Johann Veit, in 1852 te Rome gestorven, heeft als historieschilder een goeden naam verworven.