Vanloo of Van Zoo is de naam van een Nederlandsch kunstenaarsgeslacht. Van de leden noemen wij: Jacob Vanloo, geboren te Sluis omstreeks het jaar 1614. hij was werkzaam te Amsterdam en vervolgens te Parijs, waar hij lid werd van de Koninklijke schilder-académie en in 1670 overleed. Hij schilderde portretten en andere stukken en behoorde tot de beste coloristen zijner school. — zijn zoon Lodewijk Vanloo, geboren te Amsterdam in 1640, verwierf te Parijs den eersten prijs der Académie, maar moest de wijk nemen naar Nizza en vestigde zich in 1683 te Aix, waar hij in 1712 overleed, nadat hij als teekenaar en fresco-schilder grooten roem verkregen had.— Zijn zoon Jean Baptiste, geboren te Aix in 1684, ontwikkelde zich te Rome, werd in 1740 lid van de Koninklijke Académie te Parijs, schilderde aldaar, en in Engeland portretten en historiestukken, en overleed te Aix in 1745. zijn broeder Louis Michel Vanloo, geboren te Toulon in 1707, studeerde te Rome, werd professor aan de Académie te Parijs en overleed in 1771. Zijne historiestukken en landschappen werden zeer geroemd en zelfs met die van Rafaël, Titiaan en Correggio vergeleken. — Een derde broeder Charles Amedée Philippe, geboren te Turijn in 1715, volgde den bedorven smaak van zijn tijd en verwierf daardoor zoo veel roem, dat Frederik II hem naar Berlijn riep, waar hij Potsdam en Sans Souci voorzag van tal van schilderijen, die reeds lang naar de rommelkamer zijn verhuisd.
Hij vervaardigde ook cartons voor de tapijtfabriek te Potsdam, en begaf zich in 1772 naar Parijs, waar hij een stuk met allegorische figuren schilderde, dat, door een glas gezien, tevens een welgelijkend portret van Lodewijk XV vertoonde. Hij overleed in 1783. — Zijn zoon César Vanloo, een landschapschilder, geboren te Parijs in 1742, begaf zich naar Rome, en maakte zich door zijne schilderijen: „De Nacht” en „De Morgenstond” zoo beroemd, dat de Fransche Académie hem in 1786 onder hare leden opnam. Van 1800—1817 leverde hij onderscheidene landschappen op de Parijsche tentoonstellingen en overleed te Parijs in 1821. Ook andere kunstenaars met dien geslachtsnaam, schoon niet allen tot hetzelfde geslacht behoorende, hebben zich als schilders en graveurs beroemd gemaakt.
