Usteri. Onder dezen naam vermelden wij:
Johann Martin Usteri, een Zwitsersch dichter, geboren den 14den Februarij 1763 te Zürich en overleden den 29sten Julij 1827 als raadsheer te dier stede. Hij schreef vooral verhalen en idyllen in de volkstaal, en inzonderheid het gedicht: „Der Vicari” wordt zeer geroemd. Daarentegen verheffen zich zijne Duitsche verzen zelden boven het middelmatige. zijn „Freut euch des lebens (Schep vreugde in ’t leven)” is een volkslied geworden, en zijne nagelatene „Dichtungen in Versen und Proza” zijn door Hesz in 1831 in drie deelen (3de druk, 1877) uitgegeven. Ook heeft men van hem een aantal merkwaardige teekeningen.
Paulus Usteri, een Zwitsersch staatsman en schrijver, geboren te Zürich den 14den Februarij 1768 en een zoon van den koorheer en professor Leonhard Usteri (♰ 1789), studeerde te Götingen in de geneeskunde, vestigde zich daarop in zijne geboortestad en werd er leeraar aan de genees- en heelkundige school en directeur van den botanischen tuin. In 1797 werd hij er lid van den Grooten Raad en nam bij de verandering der staatsregeling als afgevaardigde van het canton Zürich zitting in den Senaat, zag zich in 1802 door zijn canton afgevaardigd naar de Consulta te Parijs, werd toen lid der Commissie van Tien om te onderhandelen met Napoleon I, — voorts in 1814 staatsraad van het canton Zürich, in 1831 eerste burgemeester en president van den Grooten Raad en overleed den 9den November van laatstgenoemd jaar. Met Escher von der Linth redigeerde hij het dagblad: „Der Schweizer Republikaner (1798— 1803)”, eene belangrijke bron voor de geschiedenis van Zwitserland in die dagen; ook schreef hij: „Schweizer Staatsrecht (3de druk, 1815—1821, 2 dln).”