Ural (Jaïk) of Oeral is de naam der grensrivier tusschen Europa en Azië. Zij ontspringt op 54°30' N. B., volgt eene zuidelijke rigting en ontvangt, tusschen de beide oostelijke ketens van het Uralgebergte, uit het oosten eenige kleine rivieren en uit het westen de Ak-Dsjar, de Koetebai, de Allas-Nessai en de Koetan-Tasz. Aan het zuidelijk uiteinde van het Uralgebergte stroomt zij westwaarts en ontvangt er bij hare ombuiging de Ora, wijders uit het zuiden de Ilek en de Ooretw en op Europeesch grondgebied uit het noorden de Sakmara. Eindelijk vormt zij eene moerassige delta, stort met onderscheidene armen zich uit in de Caspische Zee en heeft eene lengte van omstreeks 1400 Ned. mijl.
Aan haren mond, te midden van onafzienbare rietvelden, verheft zich de stad Goerjew. In de steppe op den regter oever van deze rivier tot aan de Caspische Zee wonen de Uralsche Kozakken, en dit gebied is onder den naam van Uralsk één der vijf gewesten van het land, hetwelk zich tot aan de Irtysj en het Meer van Aral uitstrekt. Op den linker oever zijn de Kirgisen gevestigd. Bij het dempen van den opstand van Poegatsjew, die vooral ook woedde aan de oevers van Jaïk, gaf Catharina II het bevel, haren naam in dien van Ural te veranderen.