Tsetsevlieg (Glossina morsitans Westw.), is de naam van een insect uit de familie der Vliegen. Zij is 11 Ned. streep lang en heeft lange borstels aan den wortel van het lange, mesvormige uiterste lid der voelers, — voorts: 4 zwarte overlangsche striemen op het grijs bestoven, kastanjebruin rugschild, 2 donkere vlekken en krachtig borstelhaar op het vuilgeel schildje, een geelachtig wit achterlijf met donkerbruine banden op de laatste 4 ringen en geelachtig witte pooten. Dit insect bevindt zich in de warme gewesten van Afrika, waar zijne ontwikkeling afhankelijk schijnt te wezen van de aanwezigheid van buffels, olifanten en leeuwen. Het voedt zich met het bloed van menschen en warmbloedige dieren, vervolgt zijne prooi met ongemeene hardnekkigheid, vooral bij onweders, maar steekt alleen bij dag.
Zijn steek brengt aan menschen en aan de dieren des wouds, voorts aan geiten, ezels en zuigende kalveren geenerlei nadeel. Voor de overige huisdieren echter zijn slechts weinige steken van tsetsevliegen reeds doodelijk. Hunne oogen en tongklieren zwellen op, en het blijkt uit de Iijk-opening, dat vooral de spieren en het bloed, de lever en de longen daardoor in een ziekelijken toestand geraken.