Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Touwslagerij

betekenis & definitie

Touwslagerij (De), vermoedelijk een der oudste bedrijven, bepaalt zich bij de vervaardiging van verschillende soorten van touw, hetwelk uit inéén gedraaide of zaâmgevlochten draden bestaat. De grondstof van het touw is dus de draad.

Op de sterkte van het touw heeft de hoedanigheid van de draden een grooten invloed, maar vooral ook de wijze, waarop de draden zijn zamengevoegd; duidelijk toch is het, dat zulk eene zamenvoeging de doelmatigste is, waarbij de draden bij het middelpunt en aan den omtrek van het touw eene gelijke spanning hebben. In het vormen van zulk eene zamenvoeging is de kunst der touwslagerij hoofdzakelijk gelegen. Wil men weten, hoe een touw is zamengesteld, zoo ontrafele men bijv. een kabeltouw; men zal dan vinden, dat het gewoonlijk uit drie dunnere touwen bestaat, en elk van deze touwen weder uit drie dunnere strengen, van welke ieder uit een aantal koorden is zamengesteld, van onderscheidene draden vervaardigd. Het touwslaan voor dagelijksch gebruik is veelal handenarbeid, maar bij het vervaardigen van scheepstouw gebruikt men werktuigen , die den arbeid bespoedigen en het voortbrengsel verbeteren.

In het touwslagershuisje bevindt zich het touwslagerswiel, dat aan den voorrand met een aantal in een halven cirkel geplaatste haakjes is bezet. De touwslagers slaan eene hoeveelheid gehekelden hennep om hun midden, draaijen daarvan een oogje, dat, zij aan één dier haakjes vasthechten, en terwijl het wiel door middel eener kruk aan de achterzijde wordt omgedraaid, gaan zij langs de lijnbaan achteruit, van gemelden hennep garen spinnende, dat zij hier en daar in haakjes leggen, van op stutten geplaatste dwarsbalken afhangende, om het langs den grond slepen van het touw te voorkomen. De dikte van het garen hangt af van die der vezels, van de snelheid, waarmede de werkman achteruitgaat en van die der omdraaijing van het wiel. Geoefende werklieden zijn in staat, van een pond hennep een draad van bepaalde lengte te vervaardigen, en een bekwaam baangast levert in 12 minuten tijds een draad van 300 Ned. el. De draden worden op haspels gewonden, op ieder haspel ten bedrage van 100 tot 125 Ned. pond.

Eene tweede bewerking is het uithalen of uitscheren van het garen. Het wordt namelijk van de haspels afgewonden en in draden van bepaalde lengte van 150 tot 300 Ned. el naast elkander gespannen, en wel in zooveel draden als het touw vereischt, dat men vervaardigen wil. Zij worden daarna aan het wiel gehecht en inééngedraaid. Touw voor scheepsgebruik of touw, dat in het algemeen aan de lucht blootgesteld is, wordt geteerd. De draden, welke men wil inééndraaijen, hecht men aan denzelfden haak van het wiel en doet dit omdraaijen in de tegenovergestelde rigting van die, welke bij het eerste inééndraaijen gevolgd werd. Tot het dunste (tweedraads) bindgaren neemt men er twee, terwijl hun aantal honderden kan beloopen. Voor de zwaarste kabels, bestemd voor scheepsgebruik, voegt men 360 draden bijéén.

Het andere uiteinde dier draden is vastgemaakt aan eene slede, die bij het door inééndraaijing korter worden van het touw zich naar de zijde van het touwslagershuisje beweegt. Op deze wijze vervaardigt men de strengen. Gewoonlijk bestaat een touw uit drie strengen. Deze worden naast elkander geschoren en daartusschen wordt, nadat zij aan het wiel zijn vastgehecht een gegroefde kegelvormige houten klos, tol genaamd, zoodanig geplaatst, dat de strengen in die groeven komen te liggen. Deze tol bevordert het regelmatig in elkaar draaijen der strengen en wordt door den werkman geleidelijk achteruitgeschoven, terwijl deze strengen met de andere uiteinden aan omwentelende haken zijn vastgehecht, die haar losdraaijen beletten. De strengen vereenigen zich nu aan de punt van den tol, en deze wordt door den touwslager op eene doelmatige wijze bestuurd, zoodat hij daardoor eindelijk het touw in gereedheid brengt.

Door middel van machines levert men patenttouw, hetwelk de eigenschap bezit, dat de buitenste en binnenste draden hetzelfde draagvermogen hebben. Ook worden de draden daarbij wel eens onder het bewerken door warme teer gehaald, zoodat zij na het inééndraaijen eene vaste massa vormen, welke ontoegankelijk is voor vochtigheid. Zulk touw is 14% sterker dan het gewone en wordt vooral gebruikt aan boord van schepen voor staand want. Men vervaardigt ook touw van ijzerdraad; zulk touw is veel sterker en tevens veel goedkooper dan henneptouw. Van oud touw vervaardigt men aan boord het schiemansgaren, en in het splitsen en knoopen van touw heeft de zeeman gewoonlijk eene verwonderlijke bedrevenheid.

< >