Friedrich August Ludwig Thienemann, een verdienstelijk ornitholoog, geboren den 25sten December 1793 te Gleina, studeerde te Leipzig in de wis-, natuur- en geneeskunde, promoveerde in 1819, reisde gedurende twee jaren in het noorden van Europa en bleef o.a. maanden op IJsland. Sedert 1822 hield hij zoölogische voorlezingen te Leipzig en werd in 1825 tweede inspecteur van het kabinet voor natuurlijke historie te Dresden, waar hij met zijn broeder en met Brehm eene „Systematische Darstellung der Fortpflanzungsgeschichte der Vögel Europa’s (5 stukken, 1825-1833)” bewerkte. In 1839 werd hij bibliothecaris der Koninklijke boekerij, doch moest om redenen van gezondheid deze betrekking in 1842 nederleggen, en overleed den 24sten Junij 1858 te Trachenberg bij Dresden.
Zijn voornaamste geschrift is: „Fortpflanzungsgeschichte der gesammten Vögel (10 stukken, 1845-1854, met 100 gekleurde platen)”. Voorts noemen wij van hem: „Reise im Norden Europa’s (1825-1825, 2 dln)”, — en „Lehrbuch der Zoölogie (1825)”.
