Stromeijer (Georg Friedrich Louis), een verdienstelijk heelkundige, geboren te Hannover den 6den Maart 1804, bezocht aanvankelijk de chirurgische school in zijne geboorteplaats, studeerde te Göttingen en te Berlijn, voorts te Londen en Parijs, vestigde zich te Hannover, was werkzaam aan de chirurgische school en stichtte er een orthopaedisch instituut. Op laatstgenoemd gebied ondervond hij grooten voorspoed. In 1831 sneed hij met goed gevolg de Achillespees door, om den klompvoet te genezen. Ook paste hij eene doelmatige operatie toe ter herstelling van het scheelzien en volbragt vele andere verrassende kunstbewerkingen.
In 1838 werd hij hoogleeraar in de chirurgie te Erlangen, in 1841 te München en in 1842 te Freiburg, en in 1848—1850 nam hij als officier van gezondheid bij den generalen staf deel aan den oorlog in Sleeswijk-Holstein. In 1852 werd hij hoogleeraar in de chirurgie en oogheelkunde te Kiel, en in 1854 zag hij zich weder geplaatst bij den generalen staf in Hannover, waar hij ijverig werkzaam was ter bevordering van de gezondheid van het leger. Na den oorlog van 1866 werd hij gepensioneerd, en in 1870— 1871 bevond hij zich als consultérend chirurg bij de derde armee. Hij overleed den 15den Junij 1876. Hem komt eene plaats toe onder de voornaamste heelkundigen onzer eeuw, en van zijne geschriften vermelden wij: „Ueber Paralyse der Inspirationsmuskeln (1836)”, — „Beiträge zur operativen Orthopädik (1838)”, — „Handbuch der Chirurgie (1844—1864, 2 dln)”, — „Maximen der Kriegsheilkunst (2de druk, 1861)”, — en „Erinnerungen eines deutschen Arztes (1875, 3 dln)”.
