Solidair, in het Nederlandsch hoofdelijk, één voor allen en allen voor één, wordt vooral gebruikt bij verbindtenissen, wanneer van meer schuldenaren ieder afzonderlijk voor de geheele schuld aansprakelijk blijft, of men van meer schuldeischers ieder afzonderlijk de geheele schuld vorderen kan.
Het kan zijn, dat zulk eene verbindtenis, hoewel slechts één zijnde, voor het geheel op ieder der schuldenaren rust of dat zij voor het geheel ten voordeele van ieder der schuldeischers is aangegaan, zoodat de betaling, door één der schuldenaren of aan één der schuldeischers gedaan, de geheele schuld delgt, — en het kan ook zijn, dat ieder der verbondenen geacht wordt dat voor het geheel te zijn, onafhankelijk van zijne medeverbondenen, en evenals of ieder hunner eene afzonderlijke verbindtenis had aangegaan (obligatio correalis en obligatio in solidum). — De eigenlijke solidariteit kan slechts op twee wijzen ontstaan, óf door de wet, die uitdrukkelijk sommige verbindtenissen hoofdelijk noemt, óf door overeenkomst en ook door testament, daar een erflater zijne gezamenlijke erfgenamen hoofdelijk kan verpligten tot betaling van eene schuld of van een legaat. Het is dus een vaste regel, dat de solidariteit nooit ondersteld wordt, maar altijd bepaald moet zijn. Voorts verwarre men hoofdelijke verbindtenis van schuldenaren niet met borgtogt. Hoofdelijke schuldenaren zijn allen, verbonden tot het betalen der schuld, en kunnen dat zijn op verschillende wijzen, maar een borg kan nooit tot iets anders of tot iets meer verbonden zijn dan de hoofdschuldenaar; ook kan hij het voorregt van uitwinning inroepen, ’t welk een hoofdelijke schuldenaar nooit doen kan. — Men heeft volgens gemelde wijze van ontstaan alzoo eene legale en eene conventionéle solidariteit. Eerstgenoemde komt in het handelsregt dikwijls voor.