Savary (Anne Jean Marie René), hertog van Bovigo, een Fransch generaal, geboren den 26sten April 1774 te Marcq (Ardennes), trad in 1790 in dienst bij het leger, woonde als kapitein de veldslagen bij aan de Rijn onder Custine, Pichegru en Moreau, werd bataljonschef en vertrok met Desaix naar Egypte. Na zijn terugkeer streed hij in den slag bij Marengo en werd vervolgens door Bonaparte tot diplomatieke zendingen gebezigd en wijders tot kommandant van het keurkorps der gendarmerie en tot brigade-generaal bevorderd. Sedert 1802 bestuurde hij de geheime policie van Bonaparte en had de hand in de voltrekking van het doodvonnis aan den hertog von Enghien. Nadat hij als divisiegeneraal deelgenomen had aan de veldslagen bij Austerlitz en bij Jena, aanvaardde hij in 1807 als opvolger van hannes het bevel over het 5de armeekorps te Warschau, dekte na den slag bij Eylau Warschau tegen de Russen en behaalde eene overwinning bij Ostrolenka.
Na de veldslagen bij Heilsberg en Friedland werd hij door Napoleon tot hertog van Rovigo en kort daarna tot gouverneur van Oost-Pruissen benoemd. Bij den Vrede van Tilsit vertrok hij als gezant naar Petersburg, en voerde in 1808 het bevel in Spanje. Na den veldtogt van 1809 kwam hij aan het hoofd van het ministerie van Policie en bleef er werkzaam tot 1814. Bij den terugkeer van Napoleon werd hij pair en opperbevelhebber der gendarmerie. Toen hij voorts Napoleon naar St. Helena wilde vergezellen, werd hij op de „Bellérophon” gevangen genomen en naar Malta gebragt, vanwaar hij echter in April 1816 ontsnapte naar Smyrna. In 1817 begaf hij zich naar Oostenrijk, om zich aldaar tegen het over hem uitgesproken doodvonnis te verdedigen. Nadat hij te Graz onder het toezigt der policie was gesteld, veroorloofde men hem in Junij 1818 naar Smyrna terug te keeren. In 1819 verscheen hij te Parijs vrijwillig voor de regtbank en werd vrijgesproken en in zijne waardigheid hersteld, maar ontving geene nieuwe aanstelling. In 1823 ging hij naar Rome en keerde eerst na de Julij-omwenteling naar Frankrijk terug. Lodewijk Philips bekleedde hem in 1831 met het opperbevel in Algérië, waar hij Bona veroverde en met ijver de kolonisatie bevorderde, maar door zijne dwingelandij zoo grooten wrevel verwekte, dat hij reeds in 1833 teruggeroepen werd. Hij overleed den 2den Junij van dat jaar.