Saurin. Onder dezen naam vermelden wij :
Elie Saurin, een verdienstelijk kanselredenaar. Hij werd geboren den 2sten Augustus 1639 te Usseau in Frankrijk, studeerde te Die, Nîmes en Genève en aanvaardde in 1662 een beroep bij de Protestantsche gemeente te Embrun. Beschuldigd van oneerbiedigheid jegens één van de Sacramenten der R. Katholieke Kerk, trok hij naar Holland en werd er achtervolgens predikant bij de Waalsche gemeente te Delft en te Utrecht. Godgeleerde twisten berokkenden hem veel verdriet, en hij overleed in 1703. Hij schreef o. a.: „Défense de la véritable doctrine de l’Eglise Reformée sur Ie principe de la foi (1697)”. — „Réfactions sur les droits de la conscience (1697)”, — en „Traité de l’amour de Dieu (1701, 2dln)”.
Jacques Saurin, een uitstekend kanselredenaar, geboren te Nîmes den 6den Januarij 1677. Hij studeerde te Genève en was als student reeds beroemd wegens zijne welsprekendheid. In 1700 begaf hij zich naar Londen, waar hij gedurende 4 jaar met uitstekend gevolg het evangelie verkondigde, en in 1705 werd hij beroepen naar ’s Gravenhage, waar hij onder buitengewonen toeloop tot aan zijn dood —den 30sten December 1730 — werkzaam bleef. Behalve een aantal bundels met „Sermons sur divers textes de l’Ecriture sainte (1708—1725)” schreef hij : „Discours historiques, critiques, théologiques et moraux sur les événements les plus mémorables du Vieux et du Nouveau Testament (1720—1739, 6 dln)”, — „Abrégé de la théologie et de la morale Chrétienne, en forme de catéchisme (1724)”, — „Etat du Christianisme en France (1725—1727)”, — „Dissertation sur le mensonge (1630)”, enz.