Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Samárang

betekenis & definitie

Samárang, eene residentie op het eiland Java, grenst in het noorden aan de Java-zee en aan Japara, in het oosten aan Rembang, in het zuiden aan Madioen, Soerakarta en Kadoe en in het westen aan Pekalongan, en telt op 89 ☐ geogr. mijl omstreeks 11/3de millioen inwoners. De grond is er in het algemeen vruchtbaar. De regentschappen Demak en Grobogan zijn meerendeels vlak, alsmede die gedeelten der regentschappen Kendal en Samarang, welke aan het noorderstrand gelegen zijn. Het zuidelijk gedeelte van laatstgenoemde regentschappen, alsmede de afdeeling Salatiga, is bergachtig; daar verheffen zich het Oengarangebergte met den Gadjab Moenkoer (2300 Ned. el hoog) en de Merbaboe met den Telemojo (3300 Ned. el hoog).

De rivieren zijn er van weinig beteekenis en slechts voor kleine vaartuigen bevaarbaar, zooals: de Tangoelangin tusschen Demak en Japara, de rivier van Demak, de rivier van Samárang en de Koetoe, terwijl men er ook een paar kanalen aantreft. De reede van de stad Samárang is er de éénige geschikte voor den groot handel, doch hare veiligheid laat gedurende den westmoesson veel te wenschen over. Men heeft er echter nog eenige inhammen aan de monden van kleine rivieren. In de nabijheid van het Oengarangebergte vindt men zwavelbronnen en op dat gebergte eene warme bron; ook de modderbaden van Poerwoedadi met eene warmte van 37° C. zijn merkwaardig, terwijl er tevens plaatsen zijn, waar petróleum opwelt. Tot de merkwaardigheden behooren er wijders eenige oude tempels van Brahma op het Oengarangebergte; zij verheffen zich ten getale van negen terrasgewijs aan de helling van den zuidoostelijken top, den Soemowono, en bevatten een aantal verspreid liggende beelden van Indische godheden. In deze residentie verbouwt men: rijst, koffij, suiker, tabak en allerlei tropische vruchten. In de bosschen heeft men er tijgers en ander wild gedierte, en de zee levert er een overvloed van visch. De binnenlandsche handel neemt er gestadig toe, omdat hij meer en meer door inlanders wordt gedreven.

Onder de inlandsche bevolking heeft men er voorts uitstekende werklieden. De residentie is verdeeld in de afdeelingen Ambarawa, Kendal, Samárang, Salatiga, Demak en Grobogan. In de regentschappen Salatiga, Demak en Grobogan heeft men assistent-residenten. Voor het regtswezen heeft men in de hoofdplaats een raad van justitie, wiens regtsgebied zich uitstrekt over het geheele middengedeelte van Java, voorts het residentsgerigt en op de hoofdplaatsen der regentschappen landraden. Er zijn eenige gouemementsscholen, een paar predikanten, en een spoorweg loopt er van de stad Samárang naar de Vorstenlanden. De bevolking bestaat er uit Javanen, Maleijers, Chinézen, Arabieren, Boeginézen, Bengalézen en Europeanen. — De stad Samárang, de hoofdstad van de residentie en van de afdeeling van dien naam, ligt aan de noordkust van het eiland aan eene diepe baai. Men vindt er een fort, eene haven, eene Hervormde en eene R. Katholieke Kerk, weeshuizen van die beide kerkgenootschappen, onderscheidene moskeeën, een schouwburg, een groot hospitaal, onderscheidene inrigtingen van onderwijs, vele fabrieken, een levendigen handel en 35000 inwoners.

< >