Rímini is de naam eener arrondissements-hoofdstad in de Italiaansche provincie Forli (Emilia). Zij ligt aan de Adriatische Zee, aan den mond der Marecchia en aan den spoorweg van Bologna naar Ancona, is de zetel van een onder-prefect, van een bisschop, van eenige regtbanken, bezit een lycéum, een gymnasium, eene technische school en eene zeevaartschool, eene boekerij van 30.000 deelen, een muséum voor natuurlijke historie, een groot ziekenhuis, onderscheidene instellingen van weldadigheid, en met hare voorsteden omstreeks 17.000 inwoners, terwijl er op het geheele grondgebied der gemeente bijna dubbel zoo veel worden gevonden.
De stad is door muren omringd en heeft een ruim plein (Piazza Cavour) met eene fraaije fontein en een standbeeld van paus Paulus V (thans in een standbeeld van San Gaudenzio, den beschermheilige der stad, herschapen) , eene citadél (thans eene gevangenis) en eenige andere merkwaardige antieke gebouwen, zooals: den triomfboog van Augustus aan de Porta Romana (14 Ned. el hoog, met fraai beeldhouwwerk), de brug over de Marecchia, met 5 bogen, van witte marmerblokken opgetrokken, de Piedestallo di Cesare op het marktplein, en de arcaden in het Capucijner klooster, waarschijnlijk overblijfselen van een amphitheater. Ook heeft men er eenige fraaije kerken, en van de overige gebouwen vermelden wij nog: het Palazzo del Commune, het Palazzo Diottoleri en het Palazzo Ruffo, waar Francesca da Rímini door haren echtgenoot werd omgebragt, den nieuwen schouwburg, den circus en den klokketoren. In ouden tijd lag de stad aan zee, doch deze heeft zich door aanslibbing 700 Ned. el van haar verwijderd. Kleine vaartuigen komen tegenwoordig uit de haven langs een kanaal in de stad; intusschen dient de haven thans alleen voor de visschers. Nabij Rimini heeft men goed ingerigte en druk bezochte zeebaden, alsmede „II Paradiso” met een prachtig uitzigt, en het kasteel San Leo, waar Cagliostro als gevangene overleed. — Rimini, weleer Ariminum geheeten, werd door de Umbriërs gesticht en in 269 vóór Chr. in eene Romeinsche kolonie herschapen.
Inzonderheid heeft Augustus veel bijgedragen tot verfraaijing der stad, terwijl hare haven beschouwd werd als eene der beste aan de Adriatische Zee. In 359 werd er een concilie gehouden (Concilium Ariminense). Sedert de 6de eeuw behoorde Rimini tot het exarchaat van Ravenna, vervolgens tot Pentápolis, en in 1210 verhief keizer Otto IV het geslacht Carpagna (Malatesta), welks stamslot zich nabij Rimini verheft, tot rijksvicaris aldaar, en Verrucchio Malatesta wist in 1795 die betrekking in erfbezit te verkrijgen. Pandolfo IV verkocht in 1503 de stad aan de Venetianen, en deze moesten haar na den slag bij Gera d’Adda afstaan aan den Paus. De pogingen van het geslacht Malatesta in de 16de eeuw, om de heerschappij over Rimini te herkrijgen, leden schipbreuk; de stad bleef onder het bewind van den Paus, totdat zij in 1860 met Romagna aan het koningrijk Italië verviel.