Rivet (André), een verdienstelijk godgeleerde, geboren te Saint-Mayeux in Frankrijk den 2den Julij 1575, werd bestemd voor het leeraarsambt in de Hervormde Kerk, bezocht de hoogescholen te Rochelle, Orthez enz. en zag zich als prediker geplaatst te Thouars bij den hertog de la Trémouille. Hij was er ijverig werkzaam, verwierf er een grooten naam en veel invloed, zag zich in 1617 gekozen tot voorzitter van de Nationale Synode te Vitré, aanvaardde te Leiden het hoogleeraarsambt, werd in Engeland lid der Académie te Oxford, en zag zich in 1632 benoemd tot gouverneur van prins Willem, den éénigen zoon van Frederik Hendrik.
Hij bragt het huwelijk tot stand van zijn kweekeling met Maria van Engeland, vergezelde Amalia van Solms naar Spa, was gedurende het beleg van Breda haar huisprediker, en begaf zich in 1646 naar laatstgenoemde stad, om er de doorluchtige school in te wijden en te besturen. Hier overleed hij op den 1sten Januarij 1671.
Hij was een bekwaam godgeleerde, die eene lange reeks van geschriften heeft nagelaten. Van deze vermelden wij: „Sommaire et abrégé des controverses de notre temps touchant la religion (1638)”, — „Le triomphe de la vérité (1601)”, — „Critici sacri specimen etc. (1612)”, — „Isagoge seu introductio generalis ad Scripturam Sacram Veteris et Novi Testamenti (1618; 2de druk 1627)”, — „Meditationes in VII Psalmos poenitentiales (1638)”, — „Instructions du prince chrestien (1642)”, — en „Sermons sur Matth. VI : 33 (1647)”.
