Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Riehl

betekenis & definitie

Riehl (Wilhelm Heinrich), een verdienstelijk schrijver, geboren den 6den Mei 1823 te Bieberich aan de Rijn, studeerde te Marburg en Tübingen in de godgeleerdheid, voorts te Bonn en Gieszen in de geschiedenis en staathuishoudkunde, en werd in 1845 lid van de redactie der te Frankfort verschijnende „Oberpostambtszeitung”. Sedert 1846 redigeerde hij met Giehre de „Karlsruher Zeitung”, stichtte met Christ den „Badischen Landtagsboten” en gaf van 1848 tot 1851 de „Nassauische allgemeine Zeitung” in het licht, terwijl hem tevens het bestuur over het orkest in den hofschouwburg te Wiesbaden werd toevertrouwd. Nadat hij van 1851 tot 1853 bij de redactie der „Allgemeine Zeitung” te Augsburg was werkzaam geweest, werd hij in 1854 professor te München, en in 1862 lid der Académie van Wetenschappen aldaar.

Hij schreef het hoogst merkwaardige boek: „Naturgeschichte des Volks (1853—1869, 4 dln)”, bij herhaling gedrukt, — voorts: „Kulturgeschichtliche Novellen (1856, 3de druk 1864)”, — „Die Pfälzer (1857; 2de druk 1858)”, — „Kulturstudien aus drei Jahrhunderten (1859; 3de druk 1873)”, — „Die deutsche Arbeit (1861; 2de druk 1862)”, — „Geschichten aus alter Zeit (1863— 1865, 2 dln)”, — „Musikalische Charakterköpfe (1853—1861, 2 dln; 5de druk 1876)”,— „Hausmusik (1856, — tweede reeks 1877)”, — „Freie Vorträge (1873)”, — „Aus der Ecke, neue Novellen (1875)”, — en eene reeks van geschiedkundige verhandelingen in de „Werken” der Académie te München en in de Augsburger „Allgemeine Zeitung”. Onder zijn opzigt verscheen in 1859—1867: „Bavaria”, eene uitvoerige beschrijving van Beijeren, en sedert 1870 redigeert hij het „Historisches Taschenbuch” van von Raumer.

< >