Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reflectiebewegingen

betekenis & definitie

Reflectiebewegingen noemt men in de physiologie die verschijnselen, welke in het levend ligchaam ontstaan door het overbrengen der prikkeling van de gevoelszenuwvezelen op zulke, die de spierbewegingen klierafscheiding veroorzaken, zonder onze bewustheid en zonder onzen wil. Tot de reflectieve spierbewegingen behooren het onwillekeurig terugtrekken van een lid, wanneer het gestoken of gebrand wordt, het hoesten bij de prikkeling van het slijmvlies van het strottenhoofd en het sluiten der oogleden, wanneer men het bindvlies van het oog aanroert. Reflectieve spierafscheidingen zijn het tranen der oogen, als deze geprikkeld worden, de afscheiding van speeksel, wanneer het slijmvlies van de tong in aanraking komt met zure stoffen enz. Het voortbrengen van reflectiebewegingen geschiedt op bepaalde plaatsen van de centraal-organen der zenuwen in het verlengde merg, in het ruggemerg, in de hersenen en in de sympathische zenuw, zoodat men die plaatsen als reflectie-middelpunten beschouwt.

Derwaarts gaat uit den omtrek (peripherie) des ligchaams de werkzame prikkel en wordt er door middel van een zekeren reflectietoestel, uit zenuwcellen bestaande, overgebragt op de zenuwvezelen, waaraan bepaalde bewegingen en afscheidingen onderworpen zijn, zoodat die prikkel eindelijk bij de uitvoerende organen, de spieren en klieren, aanlandt. Er zijn positieve reflectiebewegingen, zooals de bovenvermelde, en naar men wil ook negatieve, namelijk zoodanige, die eene bestaande beweging doen ophouden, alzoo reflectieve remmingen. Men kan namelijk de werkzaamheid van het hart en van de ademhaling door reflectieve middelen geheel tot stilstand brengen. De kracht (intensiteit) der reflectiebeweging is zoowel afhankelijk van die van den werkenden prikkel als van de gevoeligheid der overeenkomstige middelpunten van reflectie. Verschillende omstandigheden hebben op deze laatste grooten invloed. De werkzaamheid der groote hersenen en een levendig bewustzijn verminderen de reflectiegevoeligheid. Daarom ontwaart men vooral reflectiebewegingen bij slapenden en bij sommige hersenziekten, — voorts bij onthoofde menschen en dieren. De wil heeft tot zekere hoogte geen invloed op sommige reflectiebewegingen.

Hij kan de reflectieve trekkingen in het been bij prikkeling der voetzool of het hoesten by prikkeling van de keel geheel of gedeeltelijk beheerschen, maar de vernaauwing der pupil bij lichtversterking en de afscheiding van tranen bij beleediging van het oog niet voorkomen. De reflectieve prikkelbaarheid is verschillend bij verschillende personen en op onderscheiden leeftijd. Zij wordt het meest verdoofd door aether en chloroform en het krachtigst opgewekt door strychnine. De meeste hevige organische vergiften, bepaaldelijk de alkaloïden, atropine, brucine, cafféïne, morphine enz., hebben aanvankelijk eene opwekkende, maar bij grootere giften eene verdoovende werking. Onderscheidene reflectiebewegingen zijn van zeer ingewikkelden aard en vereischen de zamenwerking van verschillende reflectietoestellen. Wil men bijv. door keelkitteling langs reflectieven weg braking veroorzaken, dan moeten maag en slokdarm daartoe medewerken. Tot verklaring van dit verschijnsel neemt men aan, dat het beoogde middelpunt van reflectie zóó is ingerigt, dat de prikkeling van minder gevoelige zenuwvezelen de opwekking ten gevolge moet hebben van een grooter aantal bewegingsvezelen, die in zoodanig geval ook met andere organen in verband staan en daardoor eene oogenschijnlijk vreemde uitkomst opleveren. Vooral pleiten de reflectiebewegingen voor de hoogst doelmatige inrigting des ligchaams bij menschen en dieren.

< >