Julie Adelaïde Récamier, geboren Bernard, aanschouwde het levenslicht te Lyon op den 4den December 1777, trad in 1793 in het huwelijk met een rijken bankier te Parijs en verhief hare woning tot eene vergaderplaats van de aanzienlijkste mannen der hoofdstad, zooals Moreau, Laharpe, Benjamin Constant, David enz., zoodat zij, zonder zelve te schrijven, een belangrijken invloed verkreeg op de letterkunde.
In 1811 werd zij wegens hare vijandige houding jegens de toenmalige regéring uit Parijs verbannen, waarna zij eenigen tijd sleet met reizen en ook eenigen tijd bij madame de Staël te Coppet bij Genève door bragt. Na de Restauratie keerde zij terug naar Parijs. Sedert het bankroet van haren echtgenoot woonde zij in afzondering in de Abbaye aux Bois, waar zich eerlang weêr een uitgelezen kring van geleerden en schrijvers, zooals Chateaubriand, Ballanche enz., in haar salon vereenigde. Zij overleed te Parijs aan de chólera den 11den Maart 1849. Vele bijzonderheden omtrent deze merkwaardige vrouw zijn te vinden in de „Souvenirs et correspondance tirés des papiers de madame Récamier (4de druk 1873)”.