Rantzau

betekenis & definitie

Rantzau of Rantzow, een adellijk Sleeswijk-Holsteinsch geslacht, bloeit thans nog in 6 verschillende lijnen in Duitschland, Denemarken en Nederland. Van de leden vermelden wij: Balthazar von Rantzau, geboren in 1498 en sedert 1636 de eerste Protestantsche bisschop te Lübeck. Hij werd in 1545 door den Meeklenburgschen edelman Marten von Waldenfels, ter verkrijging van losgeld, op eene reis overvallen en weggevoerd en overleed in de gevangenis in 1547; — Breide von Rantzau (✝ 1562), een broeder van den voorgaande en stadhouder des Konings in Sleeswijk-Holstein; — Kaspar von Rantzau een broeder van de beide voorgaanden en den stamvader van de lijn Rantzau-Schmoel-Hohenfelde, die in 1650 in den rijksgravenstand opgenomen werd en thans nog in 2 takken in Denemarken en Nederland vertegenwoordigd is; — Johann von Rantzau, geboren in 1492, overleden in 1565, heer van Breitenburg en Botkamp in Holstein; hij volbragt eene belangrijke reis, was een groot voorstander der Hervorming en werd veldmaarschalk; — Heinrich von Rantzau, geboren in 1526, overleden in 1598, een zoon van den voorgaande; bij studeerde te Wittenberg, vormde zich aan het Hof van Karel V, werd stadhouder in Sleeswijk-Holstein, bevorderde kunsten en wetenschappen en leverde in het Latijn eene geschiedenis van den oorlog in Ditmarschen (1559, onder den pseudoniem Cilicius) en eene beschrijving van het Cimbrische Schiereiland; — Otto von Rantzau, heer van Asdal, die in 1671 de waardigheid verkreeg van Deensch leengraaf, welke later op de afstammelingen van zijn broeder Frans overging; — Christiaan von Rantzau, den stichter der rijksgrafelijke lijn, welke in 1734 uitstierf; — Josias von Rantzau, geboren in 1609 en overleden in 1656, vermaard wegens zijne vermetele dapperheid; hij diende bij afwisseling in het Zweedsche en het Keizerlijke leger, ontving voor en na 60 wonden en verloor een oog, een oor, een arm en een been, werd in den slag bij Tuttlingen (23 November 1643) gevangen genomen, doch spoedig weder in vrijheid gesteld, tot maarschalk van Frankrijk benoemd en stierf als gouverneur van Duinkerken; — Daniël von Rantzau, geboren in 1529, overleden in 1569, een dapper Deensch krijgsman, die in den Zevenjarigen Oorlog op de Falkenberger Heide de overwinning behaalde op een overmagtig Zweedsch leger en bij de belegering van Warberg in Halland sneuvelde; — Schack Karl zu Rantzau Ascheberg, geboren in 1717 en overleden in 1792, een Deensch generaal, die eerst met Struensee tot den val van graaf Bernstorff en daarna tot den val van Struensee zelven medewerkte, minister van Oorlog werd en te Avignon kinderloos stierf, — en Konrad zu Rantzau-Breitenburg, geboren in 1773 en overleden in 1845, die in 1831 minister werd in Denemarken en zonder kinderen stierf, waarna de lijn voortleefde in de afstammelingen van zijn ouderen broeder August.