Plymouth, eene sterke vesting en oorlogshaven in het Engelsche graafschap Devon, verheft zich aan de Plymouthsund, eene baai van het Engelsche Kanaal, waarin de Tamar, de Plym en andere riviertjes zich uitstorten. De mond der Tamar, Hamoaze geheeten, vormt de haven voor oorlogsschepen en die der Plym, Catwater genoemd, die voor koopvaardijschepen. Plymouth bestaat uit 3 steden, namelijk het eigenlijke Plymouth, Devonport en Stonehouse. In Plymouth en Stonehouse te zamen zijn bijna 70000 en te Devonport ruim 64000 inwoners.
De eigenlijke stad is het oudste gedeelte en heeft dan ook een groot aantal naauwe, steile straten. Er zijn 50 bedehuizen, en onder deze bevindt zich de St. Andreaskerk met een toren van het jaar 1490, — voorts heeft men er eene oude Guildhall, een nieuw raadhuis, in spitsboogstijl opgetrokken, 2 Latijnsche scholen, een seminarium, een athenaeum met een muséum en eene boekerij, eene stedelijke bibliotheek, een grooten schouwburg, een ziekenhuis, eene ambachtsschool en onderscheidene inrigtingen van weldadigheid. Devonport bezit 12 kerken, een stadhuis, eene school voor klassieke letteren, eene ambachtsschool, een kleinen schouwburg en een reusachtig marine-arsenaal, dat eene oppervlakte beslaat van 29 Ned. bunder, voorts ruime kazernen, en groote scheepstimmerwerven, waar 1600 menschen werk vinden. Stonehouse, de nieuwste der 3 steden, ligt tusschen de beide andere en omvat een groot victualiemagazijn, dat eene uitgebreidheid heeft van 5,7 Ned. bunder, een hospitaal en kazernen. Plymouth is eene der sterkste vestingen van Engeland. De toegang tot de haven wordt verdedigd door gepantserde batterijen, door de citadél van Plymouth en door een fort op Mount Wise in Devonport. Laatstgenoemde stad is door oude wallen omringd, en eene reeks van vooruitgeschovene forten beveiligt de 3 steden aan de landzijde.
Al die vestingwerken zijn bezet met 900 kanonnen en vereischen tot hunne verdediging eene bezetting van 15000 man. Plymouth is bovenal belangrijk als oorlogshaven, want steeds bevindt er zich een gedeelte van de Engelsche vloot. Deze haven, waar meer dan 100 schepen naast elkander kunnen ten anker gaan, is door de bergen, welke de stad omgeven, volkomen tegen alle stormen en door een breekwater ter lengte van 1553 Ned. el tegen de woede der golven beveiligd. Zij is in 1812—1840 gebouwd en heeft 1½ millioen pond sterling gekost; aan haren mond verheffen zich 2 vuurtorens. De stad ontvangt drinkwater uit eene door sir Francis Drake aangelegde waterleiding, en er zijn voortreffelijke zeebaden. De nijverheid bepaalt er zich hoofdzakelijk tot den scheepsbouw en de hiermede zamenhangende bedrijven. Toch bestaat er een levendig handelsverkeer met de Kaap, West-Indië en de Middellandsche Zee. Er behooren 360 schepen te huis met eene laadruimte van 42000 ton.
Er wordt eene waarde van ruim 19 millioen gulden uitgevoerd en eene van ongeveer 1⅓de millioen gulden ingevoerd. Omstreeks 4000 schepen komen er jaarlijks binnen. Plymouth vaardigt 2 leden af naar het huis der gemeenten, en Devonport evenzooveel. De vermaarde rots Eddystone met haar vuurtoren ligt 22 Ned. mijl ten zuiden van Plymouth in zee. — Plymouth droeg aanvankelijk den naam van Tameorworth, later dien van Sutton, maar verkreeg in 1438 haar tegenwoordigen naam. In de 14de en 15de eeuw werd deze stad meermalen door de Franschen aangevallen en in brand gestoken, en om die reden in 1512 van vestingwerken voorzien. Den 28sten Augustus 1652 vernietigde de Ruyter vóór Plymouth de Britsche vloot onder Ascue en bezorgde daardoor aan Nederland de vrije vaart in het Kanaal. Devonport werd in 1824 tot stad verheven, en in 1862 zijn de vestingwerken in den tegenwoordigen toestand gebragt. — Ook in Noord-Amerika, namelijk in Massachusetts en Connecticut, heeft men 2 steden, die den naam van Plymouth dragen.