Pieterman (Trachinus L.) is de naam van een geslacht van visschen uit de familie der Baarsachtigen van de orde der stekelvinnigen (Acanthopterigii). Het onderscheidt zich door een kleinen, zaamgedrukten kop, digt bij elkaar geplaatste oogen, eene scheef oploopende mondopening, fijne tanden op de kaken, het ploegbeen en het gehemelte, een scherpen stekel op het kieuwdeksel en 2 vinnen op den rug. Het ligchaam is lang en smal en met kleine schubben bedekt.
Van dit geslacht vindt men op onze Noordzeekust 2 soorten: T. Draco L. , ongeveer 3 Ned. palm lang, met 29 of 30 stralen in de tweede rugvin en 5 scherpe stralen in de voorste vin, — en T. Vipera L., die veel kleiner is en slechts 24 stralen in de tweede rugvin heeft. Men is niet ten onregte bang voor de wonden, door deze visschen met hunne scherpe stralen en stekels toegebragt.