Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Piek

betekenis & definitie

Piek (De) was vóór de invoering van het bajonetgeweer het voornaamste wapen van het voetvolk en bestond uit een langen stok of steel, aan het uiteinde voorzien van een plat en puntig ijzer. De pieken der oude Grieksche phalangieten waren 2½—3 Ned. el lang. Iphícrates gaf haar eene lengte van 4 Ned. el, en onder de Macedonische koningen verkregen zij eene lengte van 5 Ned. el.

De Romeinsche pieken waren slechts 2 Ned. el lang, doch in het begin der 16de eeuw was het voetvolk van alle mogendheden gewapend met pieken ter lengte van 6 Ned. el. Na de invoering van het geweer bleven de officieren en onderofficieren nog pieken dragen. Eindelijk verdwenen zij bij de geregelde troepen, en in het begin van deze eeuw was in ons land alleen de landstorm nog van pieken voorzien, gelijk later nog vele jaren hier en daar de nachtwacht.

< >