Panegyricus was oorspronkelijk eene voor eene feestelijke vergadering van het geheele volk gehouden redevoering, welke bestemd was om door vorm en inhoud een aangenamen, wegslependen indruk te maken. Doorgaans had de inhoud betrekking op eene feestviering; had zij plaats ter gedachtenis van roemrijke feiten, dan werden daarin de heldendaden der vaderen hemelhoog verheven. Later gaf men den naam van panegyricus aan eene lofrede op een bepaald persoon. De meest beroemde redevoering van dien aard is afkomstig van Isócrates.
Te Rome vormde de panegyricus een onderdeel van de orationes suasoriae. De merkwaardigste panegyricus bij de Romeinen was die van den jongeren Plinius op Trajanus. Men geeft den naam van „Panegyrici veteres” aan 12 redevoeringen, welke omstreeks 2 eeuwen na Plinius werden opgesteld; het zijn adressen van dankbaarheid, door de steden van Gallië aan den Keizer gezonden en door de beroemdste redenaars des lands vervaardigd.