Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Palikao

betekenis & definitie

Palikao (Charles Guillaume Marie Apollinaire Cousin-Montauban, graaf van), een Fransch generaal, senator en eerste minister onder het tweede keizerrijk, geboren te Parijs den 14den junij 1796, trad in krijgsdienst, nam in 1823 deel aan de expeditie naar Spanje en vertrok in 1831 als luitenant-kolonel bij de chasseurs d’Afrique naar Algérië, waar hij 26 jaar bleef. Hij onderscheidde zich door beleid en dapperheid in onderscheidene gevechten, bijv. bij Tafaroea, Tamasa, Tlemcen, aan de Sikah en bij Sidi Lakdar, en nam den 23sten December 1847 als kolonel Abd el Kader gevangen. In 1851 werd hij brigadegeneraal, trok te velde tegen de Marokkaansche stammen der Beni Snassen en bragt hen door herhaalde overwinningen tot onderwerping, — voorts in 1855 divisie-generaal en voerde eerst bevel in de provincie Oran en later in Constantine. Onder de generaals der ruiterij bekleedde hij den eersten rang.

In 1858 keerde hij naar Frankrijk terug en zag er zich benoemd tot kommandant der 21ste militaire divisie te Limoges, vanwaar hij eerst naar Tours en vervolgens naar Rouen werd verplaatst. In 1860 vertrok hij als opperbevelhebber naar China, behaalde er met de Engelschen de overwinning bij Sinko, Tsjangkiahoeang en Palikiaho, bezette Peking en dwong de Chinézen tot het sluiten van den vrede. Hij bezoedelde echter den roem van dezen krijgstogt door de plundering en verwoesting van het bij Peking gelegene, keizerIijke zomerpaleis Yoean-ming-yoeën, waar sedert eeuwen groote schatten, zeldzaamheden en kostbaarheden waren bijeengebragt. Eerst deed hij de kostelijkste zaken daaruit wegrooven voor zich zelven, om daarna het gebouw ter prooi te geven aan zijne plunderzieke soldaten. Tot belooning voor zijn gedrag werd hij in Maart 1861 tot senator benoemd en verkreeg na zijn terugkeer in 1862 den titel van graaf van Palikao, terwijl de Keizer aan het Wetgevend Ligchaam voorstelde, hem een jaargeld te verleenen van 30000 francs. Daar dat Ligchaam verklaarde, dat de generaal in het vijandelijk land zelf voor zijne dotatie gezorgd had, en dientengevolge het voorstel verwierp, nam hij zijn ontslag. De Keizer wilde dit echter niet aannemen en benoemde hem tot kommandant van de 8ste militaire divisie en van het 4de armeekorps te Lyon. Bij het uitbarsten van den DuitschFranschen oorlog werd hij aan het hoofd geplaatst der troepen, die aan de kusten der Noord- en Oostzee zouden landen, maar niet werden ingescheept, terwijl hem geen ander kommando ten deel viel.

Na den val van het ministérieOllivier ontving hij den 9den Augustus 1870 van de Keizerin-regentes den last, om een conservatief kabinet te vormen, dat daags daarna optrad. Het bestond uitsluitend uit Bonapartisten en erlangde den naam van het „Mammelukken-Kabinet”. Palikao werd daarin voorzitter van het departement van Oorlog en beijverde zich, om het leger te Châlons te versterken, Parijs in staat van verdediging te stellen de Nationale garde te organiséren, de mobiele garde te oefenen en rust en orde te bewaren. Het was vooral zijne schuld, dat Mac Mahon den noodlottigen togt van Châlons naar Sédan ondernam, in plaats van op Parijs terug te trekken, omdat Palikao oordeelde, dat deze stad sterk genoeg was door hare forten. Om den vijand te misleiden, zorgde hij dat dezen eene depêche in handen kwam, waarbij aan Mac Mahon bevel werd gegeven, om over Reims en Soissons naar Parijs te marchéren. Nog op den 28sten Augustus, toen het Fransche hoofdkwartier zich reeds te Stonne bevond, gelastte hij Mac Mahon, om Bazaine te ontzetten, deelde hem mede, dat het korps-Vinoy in aantogt was, en verbood hem den Keizer naar Parijs te brengen, dewijl daardoor eene omwenteling zou ontstaan. Hij zocht deze laatste zoolang mogeIijk te verhoeden, door omtrent de gebeurtenissen bij Metz en Sédan leugenachtige berigten te verspreiden. De capitulatie van Sédan maakte hij eerst bekend in den nacht vóór den 4den September.

Zijn eigen gezag en dat der dynastie wilde hij redden door een voorstel, om uit het Wetgevend Ligchaam een bewind van vijf leden en hem zelven tot stadhouder-generaal te benoemen. Vóórdat dit in beraadslaging kwam, werd echter de Republiek afgekondigd en het magteiooze ministérie verwijderd, zoodat Palikao zich gelukkig mogt rekenen, toen hij zich ongedeerd uit het Paleis-Bourbon onder de menigte kon begeven. Hij nam de wijk naar België en schreef vandaar den 20sten September en den 8sten October naar de Delegatie te Tours, waarbij bij zijne diensten aanbood, maar ontving geen antwoord. Gedurende den wapenstilstand begaf hij zich naar Bordeaux, om zich wederom ter beschikking te stellen van het hoofd van het Uitvoerend Bewind. Om zich tegen de aanvallen der pers enz. te verdedigen, gaf hij in December 1871 zijne brochure: „Un ministère de guerre de 24 jours” in het licht. Eerst bij de beraadslagingen over de begrooting van 1872 werd ontdekt, dat Palikao van den Keizer, als schadeloosstelling voor het door het Wetgevend Ligchaam geweigerd jaargeld, eene som van 589500 francs ontvangen had, die ten laste was gesteld van de door China te betalen oorlogscontributie.

< >