Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Ormuzd

betekenis & definitie

Ormuzd of Ormoezd is de latere Perzische vorm van den naam der hoogste godheid, welke door de belijders der aloude volksgodsdienst in Iran gehuldigd werd (zie Zoroaster). In de „Zendavesta” wordt zij Ahoemarazda en in opschriften Aoeramazda geheeten. In de natuurgodsdienst der aloude Ariërs van Indië en Iran zoekt men dezen god te vergeefs, en ook thans nog is hij in Indië niet te vinden. Hij is een ideaal wezen, door Zoroaster verkondigd.

De Grieken, die hem Oromazes of Oromasdes noemen, kenden hem reeds als den óppersten god der Perzen, als den uit het zuiverste licht geboren oorsprong van alles goeds en als den schepper der wereld. Opschriften uit Bisoetoen, afkomstig uit den tijd van Darius I, noemen hem „den grootste der góden”. De gezaghebbende bron voor de kennis van zijn wezen is de „Zendavesta”, inzonderheid het oudste gedeelte, van Zoroaster of van diens leerlingen afkomstig, namelijk de „Gatha (Liederen)”. Volgens deze is hij de heilige, zegenbrengende geest, die zon, maan en sterren en den hemel, de aarde, de wateren, de boomen en de menschen geschapen heeft en onderhoudt. Hij is alwetend, de vriend en beschermer der goeden, de vijand der bedriegers en de wreker van het onregt, alsmede de uitvinder van goede spreuken om de booze geesten af te weren.

Hij verleent op het gebed der vromen aardsche goederen, volkomenheid en onsterfelijkheid of een lang leven. Hij is de bron van goede gedachten, woorden en werken. Zijn tegenstander is Anromainyou, de latere Ahriman. Tusschen hem en Ahoemarazda moet de mensch kiezen, doch over het geheel bekleedt eerstgenoemde eene ondergeschikte plaats en komt eerst in de latere gedeelten der „Zendavesta” meer op den voorgrond.

Ormuzd wordt in de latere godsdienstleer voorgesteld als de schepper van alle andere góden, inzonderheid van de 6 Amsjaspands, die in den hemel naast hem gezeteld zijn. Ook de schepping van de wereld, inzonderheid van de 16 landschappen van Oost-Iran, wordt aan hem toegekend, en men vindt er vele gesprekken medegedeeld, door hem met zijn profeet Zoroaster gehouden over verschillende onderwerpen van geloofs- en zedeleer. Hij is intusschen een ideale en lijdelijke god in vergelijking met de krachtige oude natuurgoden, zooals Mithra. Alleen zijn strijd met den boozen geest, welke 3000 jaar aanhouden en met diens nederlaag eindigen zal, wordt in breede trekken beschreven. Wijders komt hij voor als regter over de dooden, die de zielen der afgestorvenen ondervraagt over hunnen wandel en hen bij een bevredigend antwoord uitnoodigt, om het Paradijs met hem te deelen. Naauwkeuriger vindt men hem beschreven in de Pehlewi-litteratuur uit den tijd der Sassaniden, en vooral in de monotheïstische godsdienstleer der hedendaagsche Parsen.

< >