De Oranjerivier of Gariep, de aanzienlijkste rivier van het Kaapland, waar zij dwars doorheen kronkelt, ontstaat uit twee groote bronrivieren, van welke de eene, Noe Gariep, genaamd, 2 armen heeft, de Oranje (Noko Sinkoe), die in het Kathlambagebergte, en de Caledon (Mogokara), die in de Witte Bergen ontspringt.
In den regentijd is de Noe Gariep eene diepe, waterrijke rivier ter breedte van 1000 Ned. el, die echter hier en daar tot 15 Ned. el inkrimpen. Zij treedt dan buiten hare oevers en veroorzaakt dikwijls groote schade. In het drooge jaargetijde is zij zoo ondiep dat men haar doorwaden kan. De andere bronrivier, de Kai Gariep of Vaal-rivier, ontstaat desgelijks uit 2 armen, die van de westelijke helling van het Kathlambagebergte afdalen, de Likwa en de Donkin, en zij ontvangt onderscheidene rivieren uit het zuiden, zooals de Vetrivier en de Modderrivier.
De hoofdrivier stroomt aan de grenzen van het Kaapland in een grooten boog naar het westen, ontvangt onderscheidene aanzienlijke rivieren, zooals de Malopa en de Hartebeestrivier, en stort op 29° Z.B. zich uit in den Oceaan. Zij vloeit door eene diep ingesnedene rotsbedding, doch is gedurende een groot gedeelte van het jaar bevaarbaar. Daarenboven is haar mond, met eene breedte van 120 Ned. el, door eene zandbank schier ontoegankelijk. Ten gevolge van zware donderbuijen klimt deze rivier wel eens zeer snel 10 Ned. el boven het gewone peil en erlangt dan hier en daar eene breedte van 4 Ned. mijl, terwijl zij daarna even spoedig weder daalt.