Noteboom (Juglans regia L.) is de naam van een boom, die tot het geslacht Juglans en tot de familie der Juglandeën behoort. Hij is afkomstig uit Perzië en Europa, vooral in Frankrijk, Italië- en Spanje. Hij kan zeer dik en hoog en 150 jaar oud worden, en draagt eene breede kroon, eene licht-grijze schors en oneven-gevinde bladeren.
Al zijne kruidachtige deelen hebben een specerijachtigen geur.
De bloemen zijn éénhuizig, en de mannelijke, tot katjes vereenigd, staan in de oksels der bladeren, terwijl de vrouwelijke, meestal ten getale van 3 of meer, zich aan de uiteinden der takjes bevinden. Haar bloemdek is bovenstandig met een dubbelen, 4-spletigen, later afvallenden zoom. Het aantal meeldraden is 18—36, en de helmknopjes zijn 2-hokkig.
Het vruchtbeginsel is éénhokkig met 2 dikke, omgekromde stempels, welke met klierachtige wratjes bedekt zijn. De vrucht is eene onderstandige steenvrucht met eene drooge, vleezige buitenlaag (bolster) en eene 2-kleppige, rimpelige schaal.
De regtstandige zaden zijn aan eene houtige, met 4 onvolkomene tusschenschotten zamenhangende navelstreng bevestigd. De kiem is oliehoudend met groote, 2-lobbige, rimpelige zaadlobben.
De noteboom levert uitstekend en sierlijk hout voor meubelmakers en geweermakers; hij vereischt een droogen, vruchtbaren grond. Op vochtige zand- en kleigronden blijft hij klein en draagt weinig vruchten. Zijne wortels spreiden zich ver uit. Van de bolsters der noten bereidt men eene zwarte verfstof, en de olie der smakelijke kernen is door schilders zeer gezocht.
Wij geven hierbij eene afbeelding van een tak van den noteboom in a op 1/3 de der natuurlijke grootte, van eene mannelijke bloem van voren in b, van zulk eene bloem van onder in c, van eene in doorsnede in d (c op 3- en b en d op 4-voudige grootte), in e en ƒ twee meeldraden op zevenvoudige grootte, in g eene vrouwelijke bloem op dubbele grootte, in h deze in doorsnede, en in i eene vrucht op s/4de der natuurlijke grootte.