Nesselrode is de naam van een adellijk Nederrijnsch geslacht, hetwelk reeds in de 10de eeuw vermeld wordt. Een tak van dat geslacht werd in 1740 overgeplant naar Rusland, en de meest beroemde telg daarvan is:
Karel Robert graaf van Nesselrode, een begaafd staatsman. Hij werd geboren den 14den December 1780 te Lissabon, waar zijn vader Russisch gezant was. Nadat hij te Berlijn zijne opleiding ontvangen had, wijdde hij zich reeds vroeg aan de diplomatie. In 1802 werd hij toegevoegd aan het Russisch gezantschap te Berlijn, vervolgens aan dat te Stuttgart, en in 1805—1806 was hij werkzaam als zaakgelastigde te ’s Gravenhage en in 1807 als raad van legatie te Parijs. In den oorlog van Rusland tegen Frankrijk sloot hij den 19den Maart 1803, gesteund door den baron von Stein, het verdrag van Breslau met Hardenberg en Scharnhorst, en den 15den Junij van dat jaar te Reichenbach in Silézië het onderstandsverdrag met den Britschen gevolmagtigde, lord Cathcart. In den veldtogt van 1814 volgde hij den Keizer naar Frankrijk en onderteekende den eersten Maart de Quadruple-alliantie te Chaumont. In den nacht van den 30sten op den 31sten Maart sloot hij, bijgestaan door de graven Orlow en Paar, een verdrag met den maarschalk Marmont wegens de overgave van de stad Parijs. Ook ontwierp hij in dien tijd alle van de Verbondene Mogendheden afkomstige nota’s en verklaringen, alsmede het ontwerp tot den Vrede van Parijs van 30 Mei 1814.
Op het Congrès te Weenen behoorde hij tot de invloedrijkste leden. Den 9den Augustus 1816 benoemde Alexander hem tot minister van Buitenlandsche Zaken en gedurende 40 jaar bekleedde hij die betrekking met groote bekwaamheid. Hij was de ziel der Russische diplomatie, waaraan hij degelijkheid en vastheid schonk. Als een ijverig voorstander van de Heilige Alliantie vergezelde hij keizer Alexander I op de congressen te Aken, Troppau, Laibach en Verona. Ook onder keizer Nicolaas, die hem in 1826 aanzienlijke bezittingen in het zuiden en westen van Rusland verleende, gaf hij blijken van ongemeene geschiktheid als staatsman. Met veel tact leidde hij de onderhandelingen met het Britsche en Fransche kabinet over Griekenland, alsmede die met de Porte en verbond deze laatste door het verdrag van Hoenkiar-Skelessi (8 Julij 1833) aan het Russisch staatsbelang.
Voorts regelde hij met goed gevolg de betrekkingen met Perzië. Ook herstelde hij de goede verstandhouding van Rusland met Engeland, en toen door het Fransche ministérie Thiers de Vrede van Europa bedreigd werd, wist bij het gevaar uit den weg te ruimen door de Belgische zaken bij tractaat van 19 April 1839 en de Turksch-Egyptische door de Londensche Conventie van 15 Julij 1840 tot een goed einde te brengen, terwijl voorts door de nota van 10 Mei 1841 bij de vijf groote Mogendheden en den Turkschen gezant de overgebleven moeijelijkheden van het Oostersche vraagstuk werden afgedaan. Gedurende de jaren 1848 en 1849 bestuurde Nesselrode de buitenlandsche staatkunde van Rusland op gematigde wijze, totdat de gelegenheid zich aanbood, om door eene tusschenkomst in Hongarije Oostenrijk tot een schuldenaar van Rusland te maken en aan de omwenteling een doodelijken slag toe te brengen. Ook wist hij de verwarring in de Donau-vorstendommen met behendigheid te gebruiken tot uitbreiding van den invloed van Rusland. Bij de Oostersche verwikkeling van 1853 volgde hij eene gematigde en verzoenende staatkunde. Nesselrode was eerst vice-kanselier en daarna kanselier van het Russische rijk, en overleed te Petersburg den 23sten Maart 1862.