Neograd of Nograd, een Hongaarsch comitaat, omgeven door de comitaten Sohl, Gömör, Hevés, Pesth en Hont, telt op nagenoeg 80 geogr. mijl bijna 200000 inwoners, meerendeeis Magyaren. Het land is er in het algemeen bergachtig en niet overal even vruchtbaar; terwijl in het noorden de steenachtige bodem naauwelijks wat haver en aardappels voortbrengt, vindt men in het zuiden uitgestrekte korenvelden, boom- en wijngaarden. Gemiddeld verkrijgt men er jaarlijks 60000 Ned. vaten (hectoliters) wijn. De schapenfokkerij is er van veel belang en men vervaardigt er uitmuntend aardewerk.
Voorts zijn er wolspinnerijen, suikerfabrieken enz. Behalve graan en wijn wordt er veel hout uitgevoerd, waarvoor de rivieren de Eipel (Ipoly) en de Zagyva geschikte waterwegen aanbieden. De hoofdplaats van het comitaat is het vlek Balassa-Gyarmath.