Némesis was bij de Grieken de godin der geregtigheid, welke er voor waakte, dat het zedelijk evenwigt in de maatschappij niet verbroken werd, maar geluk en ongeluk aan elk naar verdiensten werden toegewezen. Hieruit ontstond later (bij de treurspeldichters) de voorstelling van Némesis als wraak nemende en straf oefenende over alle wandaden der menschen, zoodat zij overeenkwam met Ate, de Eumeniden en de Erinnyen. De beeldende kunst heeft zich naar die verschillende opvattingen geschikt.
De zachtmoedige godin van het evenwigt vertoont zich als eene ernstige en bedachtzame jonkvrouw met de attributen van maat en besturing, namelijk met de el, den toom, het scheepsroer en de weegschaal. De gestrenge wreekster daarentegen van ’s menschen euveldaden rijdt op een door griffioenen getrokken wagen en heeft een zwaard of eene geeselroede in de hand. Een vermaard standbeeld van Némesis, vervaardigd door Phidias, verhief zich te Rhamnus in Attica, en de Romeinen deden haar standbeeld verrijzen op het Capitool.