Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Narren

betekenis & definitie

Narren is de naam van wanstaltige grappenmakers, welke zich vooral in de middeneeuwen aan de vorstelijke Hoven bevonden, om de magtigen der aarde door jokkernij te vermaken. Zij hadden een bepaald gewaad, namelijk een narrenkap met schellen, een veelkleurigen rok, een grooten halskraag, een staf met schellen of een houten zwaard en bezigden het voorregt, om alles te mogen zeggen, dikwijls tot verkondiging van harde en scherpe waarheden. Peter de Groote had onderscheidene narren, en ruim eene eeuw geleden vond men nog een nar aan het Hof van Keur-Hessen. Na dien tijd zijn zij allengs verdwenen.

Voorts vierden de R. Katholieken tot kort vóór de Hervorming het narrenfeest. Dit geschiedde bepaaldelijk op den 28sten December en den 1sten en 2den Januarij en het diende waarschijnlijk om de aloude Saturnalia te vervangen. De feestviering bestond vooral in Frankrijk en België in zonderlinge optogten, ligtzinnige dansen en het zingen van ontuchtige liederen, terwijl zij strekte om eene parodie te leveren op de kerkelijke plegtigheden onder het bestuur van een narrenbisschop of narrenpaus. Men had daarvan feestboeken, van welke sommige bewaard zijn gebleven. Reeds sedert 633 werden de narrenfeesten door pausen, bisschoppen en kerkvergaderingen bij herhaling verboden, maar zij hielden geruimen tijd stand, en de theologische faculteit te Parijs nam ze zelfs in bescherming. Eerst in 1544 werd ook door haar een verbod tegen de narrenfeesten uitgevaardigd en in 1552 door een Parlementsbesluit bekrachtigd.

< >