Müllner (Amadeus Gotfried Adolf), een verdienstelijk Duitsch tooneeldichter, geboren te Langendorf bij Weiszenfels den 18den October 1774, was een zusterszoon van den dichter Bürger (zie aldaar), studeerde te Leipzig in de regten, werd advocaat te Weiszenfels, legde in 1816 zijne practijk neder en overleed den 11den Junij 1829. Hij trad als schrijver het eerst op met den roman: „Incest (1799, 2 dln)”, en schreef vervolgens een aantal blijspelen, zooals: „Der angorische Kater”, — „Der Blitz”, — „Die Rückkehr aus Surinam”, — „Die groszen Kinder” enz. Meer roem verwierf hij echter door zijne treurspelen: „Der neunundzwanzigste Februar (1812)", — „Die Schuld (1815)”, — „König Yngurd (1817)”, — en „Die Albaneserin (1820)”, waarin hij door de aanwending van het nootlot der Ouden een tragischen indruk wilde te weeg brengen.
Hij vond vele navolgers, doch later betoonde men mindere ingenomenheid met het nootlotstreurspel. Hij was ook redacteur van verschillende tijdschriften, en zijne „Dramatische Werke” zijn in 1828 in 7 deelen in het licht verschenen.