Maurepas (Jean Frédéric Phélypeaux, graaf van), minister van Lodewijk XV en XVI van Frankrijk en geboren den 9den Julij 1701, werd reeds als kind opgenomen in de Maltézer-Orde. Zijn vader was minister en staatssecretaris, eene in zijne familie erfelijke betrekking, en de zoon aanvaardde haar op 24-jarigen ouderdom. Hij onderscheidde zich, als een hoofsch minister, door beminnelijkheid, ligtzinnigheid en buigzaamheid, maar maakte zich tevens verdienstelijk door de stichting van zeevaartscholen en door het begunstigen van geleerden en dichters. Wegens een bijtend puntdicht op madame de Pompadour werd hij van het Hof verbannen en bleef 25 jaar in ongenade, eerst te Bourges en daarna te Pontchartrain wonende.
Lodewijk XVI benoemde hem echter bij zijne troonsbeklimming tot eersten minister. Hij aanvaardde zijn ambt met de ligtzinnigheid der jeugd, maar koos Turgot, Malesherbes en Necker tot ambtgenooten. Om zich zelven en den Koning populair te maken herstelde hij het oude Parlement. Niet alleen de ultra-royalisten, maar ook de vrijzinnigen keurden zulks af, omdat daardoor een nieuw beletsel ontstond om hervormingen in te voeren. Weldra leden de bedoelingen van den minister schipbreuk op den onwil van het Parlement, en Maurepas was zwak genoeg om zijne ambtgenooten op te offeren. Ook wist hij den Koning te bewegen, om de Noord-Amerikanen tegen Engeland te ondersteunen. Hij overleed reeds den 21sten November 1781.