Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Magne

betekenis & definitie

Magne (Pierre), een Fransch staatsman en senator, geboren te Périgueux den 3den December 1806, werd ambtenaar bij de praefectuur der Dordogne en bezuinigde van zijn gering inkomen eene voldoende som, waarmede hij aan de universiteit te Toulouse in de regten studeerde. Daarna vestigde hij zich te Périgueux als advocaat. Wegens zijne bekwaamheid zag hij zich in 1835 tot raadslid der praefectuur benoemd en werd eenige jaren daarna als afgevaardigde naar de Kamer gezonden, alwaar hij zich bij de Conservatieve partij voegde. Hij leverde er een uitstekend rapport over Algérië en was weldra onderstaatssecretaris bp het ministérie van Oorlog.

Bij het uitbarsten der Februarij-omwenteling legde hij die betrekking neder en ging als advocaat weder practiséren in zijne geboortestad. Lodewijk Napoleon benoemde hem in 1849 tot onderstaatssecretaris voor Financiën en in 1851 tot minister van Openbare Werken, Landbouw en Handel. In Julij 1852 trad hij nogmaals op als minister van Openbare Werken , en den laatsten December van dat jaar werd hij senator, — voorts in 1855 minister van Financiën, welke betrekking hij in 1860 tegen die van minister zonder portefeuille verwisselde, geroepen om de staatkunde des Keizers in de Kamer te verdedigen. Sedert 1861 nam hij deel aan de zittingen van den Senaat, doch vroeg in 1863 wegens ongenoegen met den minister Fould zijn ontslag, waarna de Keizer hem tot lid van den geheimen staatsraad benoemde. In 1867 kwam hij weder aan het hoofd der Financiën, en toen hij in 1868 eene leening van 700 millioen francs uitsehreef, werd deze meer dan 34-maal volteekend.

Bij de wijziging van het Kabinet in Julij 1869 behield hij voorloopig zijne portefeuille, maar in December van dat jaar nam hij met al zijne ambtgenooten zijn ontslag om plaats te maken voor het ministérie Ollivier. Wél werden er pogingen aangewend om Magne in het nieuwe kabinet op te nemen, doch hij moest de vlag strijken voor Buffet. Na dien tijd onthield hij zich aanvankelijk van alle staatkundige bemoeijingen. Den 10den Augustus 1870 echter werd hij lid van het ministérie Palikao, waarmede hij reeds den 4den September daaraanvolgende van het staatkundig tooneel verdween. In 1871 werd hij afgevaardigd naar de Nationale Vergadering, aanvaardde in 1873 nogmaals de portefeuille van Financiën, verloor haar in 1874, en werd in 1876 senator.

< >