Loyselleur (Pieter) of L'Oiseleur de Villiers, een Nederlandsch godgeleerde van adellijken stam en in 1530 te Rijssel geboren, studeerde te Orleans in de regten en werd advocaat bij het Parlement te Parijs. De vervolgingen, die er tegen de Protestanten woedden, deden hem echter de wijk nemen naar Genève, waar hij op raad van Beza zich aan de predikdienst wijdde. Vervolgens keerde hij naar Frankrijk terug en stichtte in 1568 eene gemeente te Croisic. Door de gruwelen van den Bartholomaeusnacht verdreven, bekleedde hij in 1573 te Londen het ambt van hoogleeraar in de godgeleerdheid, werkte aan eene Grieksche uitgave van het Nieuwe Testament en bevorderde de belangen van den prins van Condé bij de Koningin van Engeland.
Ook Willem, I, prins van Oranje, maakte gebruik van zijne bemiddeling en benoemde hem in 1575 tot hofprediker en geheimraad, zoodat hij zich na dien tijd in de Nederlanden ophield en groote diensten bewees aan den grondlegger onzer onafhankelijkheid en aan de Hervormde Kerk. Hij toefde daartoe bij afwisseling te Delft, te Dordrecht, te Middelburg en te Antwerpen en bevond zich in laatstgenoemde stad, toen de Prins vermoord werd. Daar hjj de Franschen begunstigde, trad hij bij het zegepralen der Engelsche party meer op den achtergrond en hield, evenals Lonise de Coligny, meestal in Zeeland zijn verblijf, en overleed aldaar in November 1590. Hij schreef: „Ratio ineundae concordiae inter ecclesias reformatas etc. (1579)”, — „Reformatarum in Belgio ecclesiarum epistola apologetica ad et contra autores libri Bergensis dicti „Coneordia” (2de druk 1661)”, — „Theses de libero arbitrio (1587)”, — een groot deel van „Apologeticus libellus Arausionensis Principis adversus edictum regis Hispaniae, quo is Arausionensem proscripserat”, — „Advys van Pierre TOiseleur, heer van Villiers en Westhoven, raad en hofprediker van Willem I, prins van Oranje, aan dien vorst gegeven over het stuk van verdraagzaamheid in de godsdienst enz.”, — „Cort verhaal enz. omtrent den moord aan den Prins gepleegd door B. Gerards”, — „Novum Jesu Christi Testamentum, Graece et Latine (bij herhaling gedrukt)”, — en „Novum Testamentum Latine ex versione et eum annotationibus Th. Bezae etc. (1587)”.