Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Lorient

betekenis & definitie

Lorient of L’Oriënt, eene groote, fraaije, versterkte zeestad met 35000 inwoners, ligt in het Fransche departement Morbihan aan de zuidkust van Bretagne, 7½ geogr. mijl ten west-noordwesten van Vannes, aan den spoorweg en aan de Scorff, waar deze zich uitstort in de Baai van Lorient. Zij is de hoofdplaats van een arrondissement, eene oorlogshaven en station der vloot, eene vesting der tweede klasse, in het bezit der voornaamste Fransche scheepstimmerwerven voor de marine, en de zetel van onderscheidene gewigtige ambtenaren en ligchamen. De stad heeft breede, lijnregte straten, zeer groote, fraaije pleinen, sierlijke wandelparken, eene veilige reede en eene goede haven met prachtige kaden nabij de schoonste stadswijk, — voorts een lycéum en talrijke andere scholen, eene sterrewacht, en ruime dokken voor oorlogs- en koopvaardijschepen. Daarenboven vindt men er een tuighuis voor de marine, een artilleriepark, groote artilleriekazernen, een hospitaal voor zeelieden, een schouwburg en onderscheidene genootschappen.

Het bagno is er opgeheven, en de aanzienlijke boekerij der marine werd er in 1842 eene prooi der vlammen. Men heeft te Lorient eene fabriek van stoomwerktuigen, ijzergieterijen, smederijen, looierijen en groote magazijnen. Men rust er schepen uit voor de groote visscherij en drijft er een levendigen handel. De voornaamste uitvoer-artikelen zijn graan, wijn, brandewijn, vee, was, honig, boter, visch, laken en kramerijen, terwijl er vooral bouwstoffen voor de marine en koloniale waren worden ingevoerd. — Lorient werd in 1719 tot kerspel en in 1738 tot stad verheven, maar in 1746 aangetast door de Engelschen. Eigenlijk is de stad hare opkomst verschuldigd aan de Oost-Indische Compagnie, welke er zich in 1664 vestigde. Toen deze later ontbonden werd, nam de Staat de haven en de gebouwen tegen schadeloosstelling over. Gedurende de Omwenteling verdween er de handel geheel en al. Napoleon I heeft echter door den aanleg van grootsche havenwerken veel gedaan, om de stad uit haar verval op te beuren, en dat werk is na 1816 door de Bourbons voortgezet.

< >