Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lelyveld

betekenis & definitie

Frans van Lelyveld, van beroep koopman en lakenfabrikant te Leiden, was tevens een ijverig beoefenaar van de Nederlandsche taal- en letterkunde en behoorde tot de medeoprigters der Leidsche Maatschappij. Als secretaris van deze bezorgde hij de uitgave van het 4de, 5de en 6de deel harer werken en voorzag deze van voorredenen. Voorts maakte hij zich bekend door eene nieuwe uitgave van: „B. Huydecopers Proeve van taal- en dichtkunde (1782 en verv.)”, welke eerst na zijn overlijden voltooid werd door Hinloopen.

Eindelijk heeft men van hem: „Berigten en prijsvragen over het storten van olie, traan, teer en andere drijvende stoffen in zeegevaren (1775)”. Hij overleed in den bloei des levens den 8sten Maart 1785. Men vindt onderscheidene handschriften van van Lelyveld op de bibliotheek der Leidsche Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde.

Lelyvelt Lelyvelt (Matthys Johannes), een Nederlandsch romanschrijver, geboren te Rotterdam den 9denJulij 1797, was aldaar eenigen tijd als boekhandelaar gevestigd en werd vervolgens deelgenoot in de Nederlandsche huurwaarborgmaatschappij te Amsterdam. Hij schreef onder verschillende verdichte namen, en wél onder die van A. J. van Loon, W. Vriesaard, A. van Linde, Bergeyk van Buist en van Linschoten. Van zijne geschriften vermelden wij : „Tooneelen uit het strafregt (1841,3 dln)”, — „Nieuwe tooneelen uit het strafregt (1831 en 1842,3 dln)”, — „Schetsen uit de regtszaal en den kerker enz. (1841)”, —„Nieuwe schetsen uit de regtszaal en den kerker enz. (1842)”, —„Broederhaat en wraakzucht of de belegering van Rotterdam (184, 3 dln)”, — „Rochus Meeuweszoon (1842, 2dln)”, —„De verloofde van den watergeus of miskenning en verraad; Enkhuizen in 1572 (1842, 2 dln)”, — „Romantische verhalen uit de vaderlandsche geschiedenis (1842)”, — „Schetsen uit het menschelijk leven (1843)”, — „De pleegdochter of de aanslag op Antwerpen (1843)”, — „Nieuwe schetsen uit het menschelijk leven (1844)”, — „De brandstichter (1845)”, — en „Huichelarij en verraad of de aanslag op Bergen-op-Zoom (1852, 2 dln)”.

< >