Lecythis L is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Melaleuceën. Het onderscheidt zich door eene tolvormige kelkbuis met een 6-lobbigen, overbiijvenden zoom, door 6 ongelijke bloembladen, door tweeërlei meeldraden, van welke de binnenste korter zijn en aan den top helmknopjes dragen, terwijl de buitenste tot een gewelf zijn zamengegroeid, dat den stamper bedekt, door een 2tot 6-hokkigen eijerstok, een korten stamper en eene zaaddoos. Het omvat een aantal Amerikaansche boomen. L. grandiflora Aubl, in Guijana en Brazilië groepend, wordt 10 Ned. el hoog en levert groote, onregelmatige, hoekige, wélsmakende zaden.
L 0laria L., in Columbia en Brazilië te vinden, bereikt eene aanzienlijke hoogte en Leeft eene grijze, gescheurde schors. De vruchten zijn vaak grooter dan een kinderhoofd, en daar zij van boven met een deksel gesloten zijn, gebruikt men ze tot drinkbakken en ander huisraad. De zaden zijn aangenaam van smaak en worden raauw of toebereid gegeten, en het hout is zeer hard, terwijl de fijngemaakte bast tot. het vervaardigen van inkt kan gebezigd worden. L. Zabucajo Aubl., in de bosschen van Guijana groepend, wordt 20 Ned. el hoog. De draaijers maken bussen en bakken van zijne vrucht, en de zoete kernen worden door de apen en vogels gretig gegeten; ook wordt daaruit in Brazilië olie geslagen.
