Lavéren ai opmerken is een scheepswoord, waarmede men de wijze aanduidt, waarop een schip bij tegenwind het doel van zijn togt kan bereiken. Het kompas is verdeeld in 32 windstreken. Wanneer nu de rigting van den wind minder dan 6 tot 7 streken voor raschepen en minder dan 4 tot 5 streken voor schoeners en kleinere vaartuigen afwijkt van die, waarlangs men het te bereiken punt aanschouwt, dan kan men dit laatste niet bezeilen. In dit geval zeilt men nu eens over den eenen dan weder over den anderen boeg zoo krap mogelijk bij den wind, zoodat men, al is het ook zigzagsgewijze, allengs nader komt tot het begeerde doel.
Het lavéren heeft in een ruim en veilig vaarwater geen bezwaar, wanneer bij het wenden of over stag gaan het schip slechts aan het roer gehoorzaamt en het volk naar eisch op de zeilen past. Het afdrijven bij het lavéren of in het algemeen bij zijwind wordt bij groote schepen door de kiel, bij kleine vaartuigen door de zwaarden belet. Bij sterken stroom is het lavéren vruchteloos, wanneer men hierdoor niet meer wint, dan men door den stroom wordt teruggestuwd. Ter verduidelijking van het lavéren stiekt bijgaande figuur. A is de plaats van het schip en B die zijner bestemming. Wij onderstellen tegenwind (W) en tevens, dat het schip op 6 streken kan zeilen, weshalve het met de windrigting bij het lavéren een hoek maakt van ongeveer 66. Bij C door den wind gaande, doorloopt het den hoek d Cf( 136°), zeilt naar D, van hier naar M enz., totdat het eindelijk B bereikt.
