Laut (Poeloe) is de naam van een eiland nabij den zuidoosthoek van Bornéo en door eene straat, welke 14 geogr. mijl lang, 21/2de geogr. mijl breed en voor groote schepen bevaarbaar is, van laatstgenoemd eiland gescheiden. Het behoort sedert 1845 tot het landschap Koesan, in Bornéo’s Zuider- en Oosterafdeeling gelegen, en heeft eene uitgebreidheid van 45 □ geogr. mijl. De noordelijkste punt ligt op 3°23' N. B. en 116°41' O. L. van Greenwich.
Men vindt hier uitmuntende steenkolen, en in 1855 zijn er mijnen ontgonnen door Abdoel-Kadir, leenheer van Koesan en Poeloe Laut. Het eiland is bedekt met bosschen, waarin zich vele wilde varkens en herten ophouden. De noordkust is er onbewoond, en ook in het overig gedeelte vindt men eene geringe bevolking van Maleijers.
