Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Laurillard

betekenis & definitie

Laurillard (Eliza), een verdienstelijk Nederlandsch schrijver en populair redenaar, geboren te Rotterdam den 25sten Maart 1830, studeerde en promoveerde te Leiden in de godgeleerdheid en was achtervolgens predikant te Zandpoort, te Leiden en sedert 1862 te Amsterdam. Behalve een groot aantal leerredenen schreef hij: „Primulae veris (1853)”, — „Voor ’t reddingshuis (1858)”, — „Nieuwejaarsgroet der Leidsche Weezen (1862)”, — „Vrees (1862)”, — „De doodstraf (1864)”, — „Uit de papieren tasch (1865; 2de druk 1872)”, — „De Waarheid in beelden (1866)”, — „Peper en zout, 200 rijmpjes (1867; 2de druk 1869)”, — „Afgunst en liefde , in novellen en poëzie voor meisjes (1868)”, — „Hanne Nüte (1868)”, — „De roos en de lelie (1869)”, — „Voor oude lieden in gestichten (1869)”, — „Rust een weinig, oudejaarsavondgedachten (1869; 2de druk 1872)”, — »De scherpste doornen om het edelst hoofd (1870)”, — „Geen dag zonder God (1879; 2de druk 1870)”, — „De afschaffing van de doodstraf verdedigd tegen L. J. van Rhijn (1870)”, — „Kunstjuweeltjes voor de salontafel (1871)”, — „In Neerlands nieuwe kunst (1871)”, — „De Watergeuzen, 10 liedjes (1872)”, — „De zeven hoofdzonden (1873)”, — „Ernstig en los (1875)”, — „Toelichting van spreuken of gezegden in de. volkstaal, aan den Bijbel ontleend (1875)”, — „Versjes en prentjes (1875)”, — en talrijke bijdragen in het door hem geredigeerde tijdschrift „Bato” en in een groot aantal andere tijdschriften.

< >