Larcher (Pierre Henri), een verdienstelijk beoefenaar der Grieksche taal en oudheidkunde, geboren te Dijon den 12den October 1726, studeerde te Pont-a-Mousson en te Parijs, vertoefde daarna eenigen tijd te Londen en maakte zich vervolgens bekend door zijne geleerde verhandeling: „Supplément a la philosophie et l’histoire (1767)”, waarmede hij tegen de „Philosophie de l’histoire” van Voltaire in het strijdperk trad. Na zijn terugkeer te Parijs zag hij zijne: „Mémoires sur Vénus (1775)” door de Académie des Inscriptions bekroond, en werd in 1778 tot lid van dat ligchaam benoemd. Bij de stichting van het Instituut werd hij er opgenomen in de derde klasse, en bij de oprigting der Keizerlijke universiteit ontving hij aldaar de betrekking van hoogleeraar in de Grieksche taal, die hij echter wegens zijne hooge jaren door Boissonnade liet waarnemen.
Hij overleed den 22sten December 1812. Hij leverde eene vertaling der werken van Heródotus (1786, 7 dln; 2de druk 1802, 9 dln) met vele noten, — eene verklaring van den Griekschen roman: „Chaeras en Callirrhoë” van Charíton, — eene vertaling der „Anabasis” van Xénophon, enz.