Klug (Johann Christoph Friedrich), een verdienstelijk Duitsch entomoloog, geboren te Berlijn den 5den Mei 1775, studeerde in zijne geboorteplaats en te Halle in de geneeskunde, vestigde zich als arts te Berlijn en legde zich tevens met ijver toe op de dierkunde.
Weldra zag hij zich benoemd tot stads-geneesheer te Berlijn, terwijl hij bij de stichting der universiteit aldaar niet weinig bijdroeg tot het vormen van een muséum voor natuurlijke historie. In 1818 werd hij er buitengewoon hoogleeraar en tweede directeur van gemeld muséum, bepaald voor de entomologische afdeeling. Voorts werd hij geheim medicinaalraad en voorzitter der wetenschappelijke commissie voor geneeskundige zaken. Nadat hij voorts geruimen tijd had deel genomen aan de werkzaamheden der afdeeling geneeskunde bij het ministérie van onderwijs, werd hij bevorderd tot geheim opper-medicinaalraad, en overleed den 3den Februarij 1856.
Hij was ridder der orde van den Rooden Adelaar tweede klasse en lid of honorair lid van 26 geleerde genootschappen. Van zijne geschriften vermelden wij: „Monographia siricum Germaniae atque generum illis adnumeratorum (1802)”, — „Die Blattwespen nach ihren Gattungen und Arten zusammengestellt (1810)”, — „Proscopia, novum genus insectorum orthopterorum (1820)”, — „Entomologiae Brasilianae specimen unum et alterum (1821 en 1825)”. — „Entomologische chorographien (1824)”, — „Symbolae Physicae, seu icones et descriptiones insectorum, quae ex itinere per Africam borealem et Asiam F. G. Hemprich et C. H. Ehrenberg studio novae aut illustratae redierunt (Decas I—V, 1829—1845)”, — „Jahrbücher der Insektenkunde (1834)”, — en „Verzeichnisz von Thieren und Pflanzen, welche auf einer Reise um die Erde gesammelt werden von A. Erman (1835)".